Maa: Alankomaat
Kieli: hollanti
Lähde: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
geinactiveerd infectieus aviair bronchitisvirus; geinactiveerd infectieus kalkoenrhinotracheitisvirus; newcastle diseasevirus, geinact. [pseudovogelpest, geinact.]
Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands BV
QI01AA21
geinactiveerd infectious avian bronchitisvirus; geinactiveerd infectious kalkoenrhinotracheitisvirus; newcastle diseasevirus, geinact. [pseudovogelpest, geinact.]
Emulsie voor injectie
Intramusculair gebruik
Uitsluitend verkrijgbaar bij een dierenarts of op recept van een dierenarts bij een apotheek
Fok- en vermeerderingskippen; Legkippen
Avian infectious bronchitis virus + Newcastle disease virus / paramyxovirus + avian rhinotracheitis virus
Wachttermijn: Fok- en vermeerderingskippen Vlees 0 dagen; Legkippen Vlees 0 dagen
DE/V/0228/001
2004-11-09
BD/2023/REG NL 10239/zaak 987275 1 / 17 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2023/REG NL 10239/zaak 987275 2 / 17 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL GALLIMUNE 303 ND+IB+ART Emulsie voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 0,3 ml: WERKZAME BESTANDDELEN: - Geïnactiveerd Newcastle Disease (pseudovogelpest) virus, stam Ulster 2C, minstens 50 PD 50 1 - Geïnactiveerd Infectieuze Bronchitis virus, stam Mass41, minstens 18 HI.U - Geïnactiveerd Aviaire Rhinotracheïtis virus (Swollen Head Syndrome), stam VCO3, minstens 0,76 ODD De concentraties worden uitgedrukt als de verkregen antistoftiter tijdens de potentieproef. Eén eenheid (U) komt daarbij overeen met een antistoftiter van 1. HI: hemagglutinatie inhiberend ODD; Optical Density Difference 1 : Minimale beschermende dosis volgens monografie 0870 van de Europese farmacopee. ADJUVANTIA: Paraffine olie: 170 à 186 mg HULPSTOFFEN: Thiomersal, hoogstens 30 µg Formaldehyde, hoogstens 45 µg Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Wittige homogene emulsie voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORTEN Kip (ouderdieren en opfokleghennen). 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN Voor boostervaccinatie van ouderdieren en leghennen na vaccinatie met levende vaccins tegen: . Newcastle Disease, ter vermindering van een daling van de eiproductie als gevolg van een infectie met Newcastle Disease; . Infectieuze Bronchitis, ter vermindering van een daling van de eiproductie als gevolg van een infectie met Infectieuze Bronchitis virus, veroorzaakt door de stam Mass41; . Aviair pneumovirus, ter vermindering van ademhalingsproblemen als gevolg van een infectie met aviair pneumovirus (Aviaire Rhinotracheïtis). Newcastle Disease en Infectieuze Bronchitis componenten: BD/2023/REG NL 10239/zaak 987275 3 / 17 Aanvang van de immuniteit: 4 weken na vaccinatie. Duur van de immuniteits: één legperiode. Aviaire Rhinotracheïtis component: Aanvang van de immuniteit:14 w Lue koko asiakirja