Land: Nederländerna
Språk: nederländska
Källa: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
ISOSORBIDEDINITRAAT
Takeda Nederland B.V.
C01DA08
Isosorbide dinitrate
Concentraat voor oplossing voor infusie
NATRIUMCHLORIDE ; WATER, GEZUIVERD,
Intraveneus gebruik
Isosorbide Dinitrate
Hulpstoffen: NATRIUMCHLORIDE; WATER, GEZUIVERD;
1982-06-16
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER CEDOCARD I.V., concentraat voor oplossing voor infusie 10 mg/10 ml Isosorbidedinitraat LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Cedocard i.v. en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS CEDOCARD I.V. EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Cedocard i.v. wordt gebruikt bij longstuwing ten gevolge van onvoldoende pompkracht van het hart die plotseling optreedt (acute linkszijdige decompensatio cordis). Het werkzame bestanddeel van Cedocard i.v., isosorbidedinitraat, behoort tot de groep van de zogenaamde vaatverwijders. Het verwijdt de bloedvaten waardoor het hart minder arbeid hoeft te verrichten om het bloed rond te pompen en hierdoor minder zuurstof verbruikt. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? - u bent allergisch voor één van stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. - bij ziekten waarbij de druk in het hoofd verhoogd is - bij acute bloedsomloopstoornissen (bijvoorbeeld shock ten gevolge van bijv. een hartinfarct, flauwte) - bij ernstige bloedarmoede - bij zeer lage bloeddruk - bij een ernstig verlaagd bloedvolume (ernstige hypovolemie) - bij onvoldo Läs hela dokumentet
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Cedocard i.v., concentraat voor oplossing voor infusie 10 mg/10 ml 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Cedocard i.v., concentraat voor oplossing voor infusie bevat isosorbidedinitraat, overeenkomend met 10 mg isosorbidedinitraat per 10 ml (1 mg/ml). Hulpstoffen: Cedocard i.v. bevat o.a. 35,42 mg (1,5 mmol) natrium per ampul (10 ml). Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Concentraat voor oplossing voor infusie De oplossing is een heldere en kleurloze vloeistof (pH 5.0-7.0; 276-306 mOsmol/kg). 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Longstuwing ten gevolge van acute linkszijdige decompensatio cordis. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING _Dosering _ De dosering dient individueel te worden vastgesteld onder hemodynamische bewaking met een drijvende balloncatheter in de longslagader. De aanvangsdosering bedraagt 0,5 µg.kg¯¹.min.¯¹; deze kan in stappen van 0,5 µg.kg¯¹.min.¯¹ per 30 minuten worden verhoogd tot maximaal 3,5 µg.kg¯¹.min.¯¹ op geleide van de eind-diastolische pulmonaaldruk. Met deze dosis dient voortgegaan te worden totdat de symptomen van de longstuwing geleidelijk verminderen. _Wijze van toediening _ Cedocard i.v. kan verdund worden toegediend via continue intraveneuze infusie door middel van automatische infusie apparatuur, mits in een ziekenhuisomgeving onder continue cardiovasculaire controle. Afhankelijk van de ernst van de aandoening dienen de gebruikelijke follow-up onderzoeken (symptomen, bloeddruk, hartslag, urine) gedaan te worden gebruik makend van invasieve hemodynamische metingen. 4.3 CONTRA-INDICATIES Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, voor andere nitraten of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen) Ziekten die geassocieerd zijn met verhoogde intracraniële druk Acute circulatie stoornissen (shock, collaps tenzij voldoende eind-diastolische druk behouden wordt door passende maatregelen) Ernstige anemie Läs hela dokumentet