Valsts: Nīderlande
Valoda: holandiešu
Klimata pārmaiņas: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
PRAZIQUANTEL; PYRANTELEMBONAAT
Chanelle Pharmaceuticals Manufacturing Ltd.
QP52AA51
PRAZIQUANTEL; PYRANTELEMBONAAT
Tablet
PRAZIQUANTEL 20 mg/stuk; PYRANTELEMBONAAT 230 mg/stuk,
Oraal gebruik
Vrij verkrijgbaar zonder recept
Katten
Praziquantel, combinations
IE/V/0329/001
2014-03-13
BD/2024/REG NL 114276/zaak 999740 1 / 20 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2024/REG NL 114276/zaak 999740 2 / 20 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Prazitel 230/20 mg filmomhulde tabletten met smaakstof voor katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per filmhomhulde tablet WERKZAME BESTANDDELEN: Pyrantelembonaat 230 mg Praziquantel 20 mg HULPSTOFFEN: KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN ANDERE BESTANDDELEN KERN VAN DE TABLET: Maïszetmeel Microkristallijne cellulose Crospovidon Magnesium stearaat Colloïdaal siliciumdioxide anhydraat FILMOMHULLING: Gegrild vlees smaakstof Opadry II wit bestaande uit Polivinyl Alcohol, Titanium Dioxide (E171), Macrogol 3350 en Talk (E553b) Een witte tot gebroken witte ronde, biconvexe, filmomhulde tablet met aan één zijde een breukstreep en de andere zijde zonder breukstreep. De tablet kan verdeeld worden in twee gelijke delen. 3. KLINISCHE GEGEVENS 3.1 DOELDIERSOORT(EN) Kat. 3.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK VOOR ELKE DOELDIERSOORT Voor de behandeling van menginfecties veroorzaakt door de volgende gastro-intestinale rondwormen en lintwormen: RONDWORMEN: _Toxocara cati, Toxascaris leonina, _ LINTWORMEN: _Dipylidium caninum, Taenia taeniaeformis, Echinococcus multilocularis _ BD/2024/REG NL 114276/zaak 999740 3 / 20 3.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij kittens jonger dan 6 weken. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen. 3.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN Vlooien functioneren als tussengastheren voor een veelvoorkomend type lintworm – _Dipylidium _ _caninum_ . Een lintworminfestatie zal zeker terugkeren tenzij de tussengastheren zoals vlooien, muizen, etc. worden aangepakt. Indien er een risico op herinfestatie bestaat, dient advies van een dierenarts te worden ingewonnen over de noodzaak en frequentie van herhaalde toediening bij katten. Lokale epidemiologische informatie en de leefomstandigheden van de kat moeten in acht worden genomen. Het is ook belangrijk om bronnen van mogelijke herinfestatie, Izlasiet visu dokumentu