Mastiplan 300 mg - 20 mg i.mamm. susp. injector

Pays: Belgique

Langue: néerlandais

Source: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)

Achète-le

Ingrédients actifs:

Prednisolon 2.5 mg/g; Cefapirine 300 mg

Disponible depuis:

Intervet International

Code ATC:

QJ51RV01

DCI (Dénomination commune internationale):

Cefapirin Sodium; Prednisolone

Dosage:

300 mg - 20 mg

forme pharmaceutique:

Suspensie voor intramammair gebruik

Composition:

Cefapirinenatrium; Prednisolon 2.5 mg/g

Mode d'administration:

Intramammair gebruik

Groupe thérapeutique:

rund

Domaine thérapeutique:

Antibacterials and Corticosteroids

Descriptif du produit:

CTI-code: 473724-01 - De grootte van de verpakking: 4 x 8 g - Commercialisering status: NO - Levering wijze: Medisch voorschrift; CTI-code: 473724-02 - De grootte van de verpakking: 20 x 8 g - Commercialisering status: YES - CNK-code: 3294535 - Levering wijze: Medisch voorschrift

Statut de autorisation:

Gecommercialiseerd: Ja

Date de l'autorisation:

2015-05-11

Notice patient

                                Bijsluiter – NL Versie
MASTIPLAN LC
BIJSLUITER
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Mastiplan LC, 300 mg/20 mg (Cefapirine/Prednisolon), suspensie voor
intramammair gebruik voor
lacterende koeien
2.
SAMENSTELLING
Per injector van 8 g suspensie:
300 mg cefapirine als cefapirine natrium
20 mg prednisolon
Gebroken wit/geel tot roze, olieachtige, homogene suspensie
3.
DOELDIERSOORT(EN)
Rund (lacterende koeien)
4.
INDICATIES VOOR GEBRUIK
Behandeling van klinische mastitis in lacterende melkkoeien
veroorzaakt door_ Staphylococcus_ _aureus,_
coagulase negatieve stafylokokken, _Streptococcus agalactiae,
Streptococcus dysgalactiae,_
_Streptococcus uberis _en _Escherichia coli_ gevoelig voor cefapirine.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor cefalosporinen, andere
β-lactam antibiotica of één van de
hulpstoffen.
6.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de
doeldiersoort(en):
Het tepeldoekje niet gebruiken bij tepels met open wonden.
Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond
van identificatie en
gevoeligheidstesten van de doelpathogenen. Als dit niet mogelijk is,
dient de behandeling gebaseerd te
zijn op epidemiologische informatie en kennis van de gevoeligheid van
de doelpathogenen op
bedrijfsniveau of op lokaal/regionaal niveau.
Het diergeneesmiddel dient gebruikt te worden in overeenstemming met
het officiële, nationale en
regionale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen.
Een antibioticum met een lager risico op antimicrobiële resistentie
selectie (lagere AMEG-categorie)
dient gebruikt te worden voor eerstelijnsbehandeling waar
gevoeligheidstesten de waarschijnlijke
werkzaamheid van deze aanpak suggereren.
Het voeren van afvalmelk die residuen van cefapirine bevat aan
kalveren dient voorkomen te worden
tot het einde van de melk wachttijd (behalve tijdens de
colostrumfase), omdat het antibioticaresistente
bacteriën in de intestinale microbiota van het kalf kan selecteren en
de fecale uitscheiding van deze
bacteriën kan ve
                                
                                Lire le document complet
                                
                            

Résumé des caractéristiques du produit

                                SKP – NL Versie
MASTIPLAN LC
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Mastiplan LC, 300 mg/20 mg (Cefapirine/Prednisolon), suspensie voor
intramammair gebruik voor
lacterende koeien
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per injector van 8 g:
WERKZAME BESTANDDELEN:
300 mg cefapirine als cefapirine natrium
20 mg prednisolon
KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN
ANDERE BESTANDDELEN
Glycerolmonostearaat
Natriumcalciumaluminiumsilicaat
Gezuiverde arachideolie
Gebroken wit/geel tot roze, olieachtige, homogene suspensie.
3.
KLINISCHE GEGEVENS
3.1
DOELDIERSOORT(EN)
Rund (lacterende koeien).
3.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK VOOR ELKE DOELDIERSOORT
Behandeling van klinische mastitis in lacterende melkkoeien
veroorzaakt door_ Staphylococcus_ _aureus,_
coagulase negatieve stafylokokken, _Streptococcus agalactiae,
Streptococcus dysgalactiae,_
_Streptococcus uberis _en _Escherichia coli _gevoelig voor cefapirine.
3.3
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor cefalosporinen, andere
β-lactam antibiotica of één van de
hulpstoffen.
3.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Geen.
3.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de
doeldiersoort(en):
Het tepeldoekje niet gebruiken bij tepels met open wonden.
Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond
van identificatie en
gevoeligheidstesten van de doelpathogenen. Als dit niet mogelijk is,
dient de behandeling gebaseerd te
zijn op epidemiologische informatie en kennis van de gevoeligheid van
de doelpathogenen op
bedrijfsniveau of op lokaal/regionaal niveau.
Het diergeneesmiddel dient gebruikt te worden in overeenstemming met
het officiële, nationale en
regionale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen.
SKP – NL Versie
MASTIPLAN LC
Een antibioticum met een lager risico op antimicrobiële resistentie
selectie (lagere AMEG-categorie)
dient gebruikt te worden voor eerstelijnsbehandeling waar
gevoeligheidstesten de waarschijnlijke
werkzaamheid van deze a
                                
                                Lire le document complet
                                
                            

Documents dans d'autres langues

Notice patient Notice patient allemand 11-08-2023
Notice patient Notice patient français 11-08-2023