Land: Nederländerna
Språk: nederländska
Källa: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
SOLIFENACINESUCCINAAT SAMENSTELLING overeenkomend met ; SOLIFENACINE
Brillpharma (Ireland) Limited Iniscarra, Main Street RATHCOOLE (IERLAND)
G04BD08
SOLIFENACINESUCCINAAT COMPOSITION corresponding to ; SOLIFENACIN
Drank
CITROENZUUR 1-WATER (E 330) ; MALTITOL, VLOEIBAAR (E 965) ; NATRIUMBENZOAAT (E 211) ; PEPERMUNTSMAAKSTOF ; SUCRALOSE (E 955) ; WATER, GEZUIVERD,
Oraal gebruik
Solifenacin
Hulpstoffen: CITROENZUUR 1-WATER (E 330); MALTITOL, VLOEIBAAR (E 965); NATRIUMBENZOAAT (E 211); PEPERMUNTSMAAKSTOF; SUCRALOSE (E 955); WATER, GEZUIVERD;
2017-11-22
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SOLIFENACINESUCCINAAT BRILLPHARMA 1 MG/ML DRANK SOLIFENACINESUCCINAAT LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. • Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. • Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. • Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. • Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Solifenacinesuccinaat Brillpharma drank en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS SOLIFENACINESUCCINAAT BRILLPHARMA DRANK EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? De werkzame stof in dit middel behoort tot de groep van anticholinergica. Deze geneesmiddelen worden gebruikt om de activiteit van een overactieve blaas te verminderen. Dit zorgt ervoor dat u langer kunt wachten met naar de wc gaan en het vergroot de hoeveelheid urine die uw blaas kan bevatten. Dit middel wordt gebruikt bij behandeling van symptomen van een overactieve blaas. Deze symptomen zijn onder andere: een plotselinge sterke aandrang tot plassen zonder waarschuwing vooraf, erg vaak moeten plassen of het verlies van urine omdat u niet op tijd op de wc kunt komen. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? • U kunt niet plassen of heeft last van achterblijven van urine in de blaas (urineretentie). • U lijdt aan een ernstige maag- of darmaandoening (waaronder toxisch megacolon, een complicatie van colitis Läs hela dokumentet
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Solifenacinesuccinaat Brillpharma 1 mg/ml drank 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Solifenacinesuccinaat Brillpharma 1 mg/ml drank: Elke ml oplossing bevat 1 mg solifenacinesuccinaat, overeenkomend met 0,76 mg solifenacine. Hulpstoffen met bekend effect: Natriumbenzoaat 0,2 mg/ml en vloeibaar maltitol (0,4 g/ml) Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3 FARMACEUTISCHE VORM Drank Een heldere, kleurloze vloeistof met een pepermuntachtige geur 4 KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES De symptomatische behandeling van urge-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie en verhoogde aandrang, zoals kan voorkomen bij patiënten met overactieve blaassyndroom. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering _Volwassenen, inclusief ouderen _ De aanbevolen dosering is 5 mg (5 ml) solifenacinesuccinaat eenmaal daags. Indien nodig kan de dosering verhoogd worden naar 10 mg (10 ml) solifenacinesuccinaat eenmaal daags. _Pediatrische patiënten _ De veiligheid en werkzaamheid van Solifenacinesuccinaat Brillpharma drank bij kinderen en adolescenten zijn nog niet vastgesteld. Daarom dient Solifenacinesuccinaat Brillpharma drank niet te worden gebruikt bij kinderen en adolescenten onder de 18 jaar. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.1 en 5.2. _Patiënten met nierinsufficiëntie _ Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met lichte tot matig-ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring > 30 ml/min). Patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≤ 30 ml/min) dienen voorzichtig te worden behandeld en de dagelijkse dosering mag niet hoger zijn dan 5 mg (5 ml) (zie rubriek 5.2). _ _ _ _ _Patiënten met leverinsufficiëntie _ Er is geen dosisaanpassing nodig voor patiënten met een lichte leverinsufficiëntie. Patiënten met matige leverinsufficiëntie (Child-Pugh score van 7 tot 9) dienen voorzichtig te worden behandeld en de dagelijkse dosering mag niet hoger zijn dan 5 mg (5 Läs hela dokumentet