Land: Belgien
Språk: nederländska
Källa: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Molsidomine 2 mg/ml
Therabel Pharma SA-NV
C01DX12
Molsidomine
20 mg/10 ml
Concentraat voor oplossing voor infusie
Molsidomine 20 mg
Intraveneus gebruik
Molsidomine
CTI-code: 148312-01 - De grootte van de verpakking: 10 ml - Commercialisering status: NO - MKZ-code: 05407005750087 - CNK-code: 0444109 - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Nee
1989-07-11
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CORVATON 20 mg/10 ml concentraat voor oplossing voor infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Het werkzame bestanddeel is molsidomine. Er is 2 mg molsidomine per milliliter oplossing. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Concentraat voor oplossing voor infusie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Linker hartfalen, onder meer bij een acuut myocardinfarct. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dit geneesmiddel is voorbehouden voor gebruik in ziekenhuismilieu. Volwassenen: Corvaton 20 mg/10 ml concentraat voor oplossing voor infusie is bestemd voor intraveneuze infusie. Intraveneuze toediening van Corvaton vereist een continu hemodynamisch toezicht (bijvoorbeeld katheterisatie van het rechter hart). Het hieronder beschreven doseerschema is slechts een aanwijzing en dient te worden aangepast aan de individuele hemodynamische condities en aan hun evolutie tijdens de behandeling. Bij hartfalen en bij myocardinfarct, verwikkeld met hartfalen, wordt aanbevolen de behandeling te starten met een bolusinjectie van 4 mg molsidomine. Vervolgens zal een continue infusie van 12 tot 24 mg molsidomine per 24 uur worden ingesteld. De dosering moet worden aangepast in functie van de vermindering van de vullingsdruk en in functie van de pulmonaire capillaire druk die men zal proberen te brengen en te handhaven tussen 14 en 16 mmHg. Men dient ervoor te zorgen dat de systolische bloeddruk een waarde behoudt die gelijk is aan of groter is dan 100 mmHg. Indien de pulmonaire capillaire druk lager is dan 12 mmHg of indien de systolische bloeddruk lager is dan 100 mmHg, moet het debiet van de infusie worden verminderd. Indien de pulmonaire capillaire druk lager is dan 8-10 mmHg of indien de systolische bloeddruk beneden 80 mmHg daalt, is het beter de toediening van molsidomine te onderbreken. Indien deze maatregel niet volstaat om de bloeddruk voldoende op peil te brengen, moeten plasma-expanders worde Läs hela dokumentet
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CORVATON 20 mg/10 ml concentraat voor oplossing voor infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Het werkzame bestanddeel is molsidomine. Er is 2 mg molsidomine per milliliter oplossing. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Concentraat voor oplossing voor infusie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Linker hartfalen, onder meer bij een acuut myocardinfarct. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dit geneesmiddel is voorbehouden voor gebruik in ziekenhuismilieu. Volwassenen: Corvaton 20 mg/10 ml concentraat voor oplossing voor infusie is bestemd voor intraveneuze infusie. Intraveneuze toediening van Corvaton vereist een continu hemodynamisch toezicht (bijvoorbeeld katheterisatie van het rechter hart). Het hieronder beschreven doseerschema is slechts een aanwijzing en dient te worden aangepast aan de individuele hemodynamische condities en aan hun evolutie tijdens de behandeling. Bij hartfalen en bij myocardinfarct, verwikkeld met hartfalen, wordt aanbevolen de behandeling te starten met een bolusinjectie van 4 mg molsidomine. Vervolgens zal een continue infusie van 12 tot 24 mg molsidomine per 24 uur worden ingesteld. De dosering moet worden aangepast in functie van de vermindering van de vullingsdruk en in functie van de pulmonaire capillaire druk die men zal proberen te brengen en te handhaven tussen 14 en 16 mmHg. Men dient ervoor te zorgen dat de systolische bloeddruk een waarde behoudt die gelijk is aan of groter is dan 100 mmHg. Indien de pulmonaire capillaire druk lager is dan 12 mmHg of indien de systolische bloeddruk lager is dan 100 mmHg, moet het debiet van de infusie worden verminderd. Indien de pulmonaire capillaire druk lager is dan 8-10 mmHg of indien de systolische bloeddruk beneden 80 mmHg daalt, is het beter de toediening van molsidomine te onderbreken. Indien deze maatregel niet volstaat om de bloeddruk voldoende op peil te brengen, moeten plasma-expanders worde Läs hela dokumentet