Nobivac Tricat Trio

Country: Olanda

Lingwa: Olandiż

Sors: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Ixtrih issa

Ingredjent attiv:

levend infectieus katterhinotracheitisvirus; levend kattecalicivirus; levend kattepanleucopeniavirus

Disponibbli minn:

Intervet Nederland B.V.

Kodiċi ATC:

QI06AD04

INN (Isem Internazzjonali):

living infectious katterhinotracheitisvirus; living kattecalicivirus; living kattepanleucopeniavirus

Għamla farmaċewtika:

Lyofilisaat voor suspensie voor injectie

Rotta amministrattiva:

Subcutaan gebruik

Tip ta 'preskrizzjoni:

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken

Grupp terapewtiku:

Katten

Żona terapewtika:

Feline panleucopenia virus / parvovirus vaccine + Feline rhinotracheitis virus vaccine + Feline calicivirus vaccine

L-istatus ta 'awtorizzazzjoni:

DE/V/0240/001

Data ta 'l-awtorizzazzjoni:

2007-05-10

Karatteristiċi tal-prodott

                                BD/2023/REG NL 10471/zaak 959903
1 / 18
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BD/2023/REG NL 10471/zaak 959903
2 / 18
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Nobivac Tricat Trio lyofilisaat en solvens voor suspensie voor
injectie voor katten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke dosis (1 ml) gereconstitueerd vaccin bevat:
WERKZAME BESTANDDELEN:
Levend geattenueerd feline calicivirus, stam F9: ≥ 10
4.6
PFU
1
Levend geattenueerd feline rhinotracheïtisvirus, stam G2620A: ≥ 10
5.2
PFU
1
Levend geattenueerd feline panleukopenievirus, stam MW-1: ≥ 10
4.3
CCID
50
2
1
PFU: Plaque-Forming Units
2
CCID
50
: Cell Culture Infectious Dose 50%
HULPSTOFFEN:
KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN ANDERE BESTANDDELEN
Lyofilisaat:
Dinatriumfosfaat dihydraat
Gehydrolyseerd gelatine
Pancreas caseïnehydrolysaat
Sorbitol
Solvens:
Dinatriumfosfaat dihydraat
Kaliumdiwaterstoffosfaat
Water voor injecties
Lyofilisaat: gebroken witte pellet.
Solvens: heldere kleurloze oplossing.
3.
KLINISCHE GEGEVENS
3.1
DOELDIERSOORT
Kat.
3.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK VOOR ELKE DOELDIERSOORT
Voor de actieve immunisatie van katten:
-
ter reductie van de klinische verschijnselen veroorzaakt door infectie
met feline calicivirus (FCV)
en feline rhinotracheïtisvirus (FVR),
-
ter preventie van klinische verschijnselen, leukopenie en
virusuitscheiding veroorzaakt door
infectie met feline panleukopenievirus (FPLV).
Aanvang van de immuniteit: voor FCV en FVR: 4 weken; voor FPLV: 3
weken.
Duur van de immuniteit: voor FCV en FVR: 1 jaar; voor FPLV: 3 jaar.
BD/2023/REG NL 10471/zaak 959903
3 / 18
3.3
CONTRA-INDICATIES
Zie rubriek 3.7.
3.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Maternale antistoffen, die tot een leeftijd van 9-12 weken aanwezig
kunnen zijn, kunnen het resultaat
van de vaccinatie ongunstig beïnvloeden. Het is mogelijk dat
vaccinatie in de aanwezigheid van
maternale antistoffen de klinische verschijnselen, leukopenie en
virusuitscheiding als gevolg van een
FPLV infectie, niet volledig kan voorkomen. In ge
                                
                                Aqra d-dokument sħiħ