Country: Belanda
Bahasa: Belanda
Sumber: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
GLUCOSE 0-WATER 50 g/l
B. Braun Melsungen AG (Melsungen) Carl-Braun-Strasse 1 34212 MELSUNGEN (DUITSLAND)
B05BA03
GLUCOSE 0-WATER 50 g/l
Oplossing voor infusie
WATER, GEZUIVERD,
Intraveneus gebruik
Carbohydrates
Hulpstoffen: WATER, GEZUIVERD;
1900-01-01
1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GLUCOSE 5% G/V, OPLOSSING VOOR INFUSIE Glucosemonohydraat LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Glucose 5% g/v en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS GLUCOSE 5% G/V EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Glucose 5% g/v is een steriele oplossing van glucose in water. Deze kan worden gebruikt om u vocht en glucose te geven of als oplossing om andere geneesmiddelen in op te lossen. Dit middel wordt met een druppelinfuus bij u toegediend in een ader (dat wil zeggen via intraveneuze infusie). 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? U krijgt dit middel niet toegediend: als u een te hoge bloedsuikerspiegel (hyperglykemie) heeft die meer dan 6 insuline- eenheden per uur vereist om te beheersen als u te veel melkzuur in uw bloed heeft (lactische acidose) U mag geen grote hoeveelheden van deze oplossing krijgen als u: te veel water in uw lichaam heeft (hyperhydratie) acuut hartfalen heeft (acuut congestief hartfalen) water in uw longen heeft (longoedeem). Dit middel moet niet op zichzelf worden gebruikt voor de behandeling van vo Baca dokumen lengkap
1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5% g/v, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat glucose 50,0 mg (overeenkomend met glucosemonohydraat 55,0 mg) 100 ml oplossing bevat glucose 5,0 g (overeenkomend met glucosemonohydraat 5,5 g) Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie Heldere, kleurloze of vrijwel kleurloze, waterige oplossing Energie: 837 kJ/l ≙ 200 kcal/l Theoretiscche osmolariteit: 278 mosm/l Zuurgraad (titratie tot pH 7,4): < 0,5 mmol/l NaOH pH : 3,5 - 5,5 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Koolhydraatoplossing voor intraveneuze vloeistoftherapie - Ter vergroting van het circulerend volume bij bijvoorbeeld dehydratie - Om te voorzien in water en glucose wanneer de inname van voedsel en vocht via de orale route niet mogelijk of beperkt is Drageroplossing voor verenigbare elektrolytenconcentraten en geneesmiddelen. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering KOOLHYDRAATOPLOSSING VOOR INTRAVENEUZE VLOEISTOFTHERAPIE De dosering is afhankelijk van de leeftijd, het gewicht en de klinische en fysiologische (zuur-base-evenwicht) toestand van de patiënt. De gelijktijdige therapie moet worden bepaald door de behandelend specialist. DRAGEROPLOSSING VOOR VERENIGBARE GENEESMIDDELEN Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten wellicht worden gecontroleerd voor en tijdens toediening, met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische afgifte van vasopressine (antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met vasopressineagonisten vanwege het risico op hyponatriëmie. 2 Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor fysiologisch hypotone vloeistoffen. Glucose 5% g/v, oplossing voor infusie, kan uitermate hypotoon worden na toediening als gevolg van metabolisering van glucose in het lichaam (zie rubrieken 4.4, 4.5 en 4.8). Er dient een vo Baca dokumen lengkap