PARAFFINE VLOEIBAAR

Valsts: Nīderlande

Valoda: holandiešu

Klimata pārmaiņas: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Aktīvā sastāvdaļa:

paraffine

Pieejams no:

Eurovet Animal Health BV

ATĶ kods:

QA06AA01

SNN (starptautisko nepatentēto nosaukumu):

paraffin

Zāļu forma:

Vloeistof voor oraal gebruik

Ievadīšanas:

Oraal gebruik, Rectaal gebruik

Receptes veids:

Vrij verkrijgbaar zonder recept

Ārstniecības joma:

Liquid paraffin

Autorizācija datums:

1991-07-25

Produkta apraksts

BD/2008/REG NL 1858/zaak 66427
IN OVEREENSTEMMING MET DE
MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,
GEZIEN HET VERZOEK VAN Eurovet Animal Health BV TE BLADEL D.D. 25 juli
1991 TOT REGISTRATIE VAN HET PARAFFINE VLOEIBAAR;
GELET OP DE ARTIKELEN 3, 4 EN 6 VAN DE DIERGENEESMIDDELENWET
(STB.1985,410);
GEHOORD DE COMMISSIE REGISTRATIE DIERGENEESMIDDELEN;
BESLUIT:
1. DE REGISTRATIE VAN HET DIERGENEESMIDDEL PARAFFINE VLOEIBAAR,
INGESCHREVEN ONDER NUMMER REG NL 1858, ZOALS AANGEVRAAGD D.D. 25 juli
1991, IS GEWIJZIGD.
2. DE GEWIJZIGDE SAMENVATTING VAN PRODUCTKENMERKEN BEHORENDE BIJ HET
DIERGENEESMIDDEL PARAFFINE VLOEIBAAR, INGESCHREVEN ONDER NUMMER REG
NL 1858 TREFT U AAN ALS BIJLAGE A BEHORENDE BIJ DIT BESLUIT.
3. HET GEWIJZIGDE ETIKET EN, IN VOORKOMEND GEVAL, DE GEWIJZIGDE
BIJSLUITER BEHORENDE BIJ HET DIERGENEESMIDDEL PARAFFINE VLOEIBAAR,
INGESCHREVEN ONDER NUMMER REG NL 1858 TREFT U AAN ALS BIJLAGE B
BEHORENDE BIJ DIT BESLUIT.
4. DEZE BESCHIKKING TREEDT HEDEN IN WERKING.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
voor deze:
HET HOOFD BUREAU DIERGENEESMIDDELEN,
BIJLAGE A
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
PARAFFINE VLOEIBAAR, vloeistof voor oraal (eventueel rectaal)
gebruik bij honden, katten en paarden
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per ml:
WERKZAAM BESTANDDEEL:
Paraffine 1 ml.
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Vloeistof voor oraal (eventueel rectaal) gebruik.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 DOELDIERSOORTEN
Paard, hond en kat.
4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE
DOELDIERSOORTEN
Paard:
Obstipatie, in het bijzonder koliek.
Hond en kat:
Obstipatie.
4.3 CONTRA-INDICATIES
Geen bekend.
4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET
DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Geen
4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK BIJ DIEREN
Geen.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, TE NEMEN DOOR DEGENE DIE HET
GENEESMIDDEL AAN DE DIEREN TOEDIENT
Niet van toepassing
4.6 BIJWE