국가: 벨기에
언어: 네덜란드어
출처: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Kaliumchloride 3 mg/ml; Natriumchloride 3 mg/ml; Glucosemonohydraat - Eq. Watervrij Glucose 50 g/l
Baxter SA-NV
B05BB02
Glucose Monohydrate; Potassium Chloride; Sodium Chloride
Oplossing voor infusie
Glucosemonohydraat; Kaliumchloride 3 mg/ml; Natriumchloride 3 mg/ml
Intraveneus gebruik
Electrolytes with Carbohydrates
CTI-code: 153036-01 - De grootte van de verpakking: 10 x 1000 ml - Commercialisering status: YES - CNK-code: 2098770 - Levering wijze: Medisch voorschrift; 153036-02
Gecommercialiseerd: Ja
1990-11-09
GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 % _BAXTER S.A._ Bijsluiter 1/9 Version 6.0 (QRD 4.2) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE Glucose, Natriumchloride, Kaliumchloride LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT MEDICIJN GAAT INNEMEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. - Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % en waarvoor wordt dit medicijn ingenomen? 2. Wanneer mag u dit medicijn niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe neemt u dit medicijn? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit medicijn? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 % EN WAARVOOR WORDT DIT MEDICIJN GEBRUIKT? Dit medicijn is een vloeistof (oplossing) die water, zouten (natrium en kalium) en suiker (glucose) bevat. Glucose is een van de energiebronnen voor het lichaam. Dit medicijn levert 200 kilocalorieën per liter oplossing. De suiker en de twee zouten zijn normale bestanddelen in het bloed en het gehele lichaam. U zult deze oplossing toegediend krijgen door een ader (infusie) als u te veel van deze twee zouten hebt verloren, bijvoorbeeld in het geval van ernstige diarree of braken. Het is mogelijk dat een ander medicijn dat de arts u wilt toedienen, wordt toegevoegd aan de vloeistof om er in op te lossen en gelijktijdig met de infusie te worden toegediend. 2. WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET TOEGEDIEND KRIJGEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? U MAG GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 % NIET TOEGEDIEND KRIJGEN ALS: u allergisch bent voor glucose, natriumchloride of kaliumchloride of een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen k 전체 문서 읽기
GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 % _BAXTER S.A._ Samenvatting van de productkenmerken 1/12 Version 10.0 (QRD 4.2) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %, oplossing voor infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Watervrije glucose 50,0 g – Natriumchloride 3,00 g – Kaliumchloride 3,00 g Na + K + Cl - mmol/l 51 40 91 mEq/l 51 40 91 hyperosmolair 200 kcal/l (840 kJ/l) Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie. Steriele en endotoxinevrije oplossing voor IV-infusie. Osmolariteit: 460 mosmol/l pH: 3,5 - 5,5 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. THERAPEUTISCHE INDICATIES Deze oplossing is aangewezen in geval van kaliumverlies dat gepaard gaat met natriumverlies (zoals bij ernstige diarree of veelvuldig braken). 4.2. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering Volwassenen, ouderen en kinderen De keuze van de specifieke concentratie kaliumchloride, natriumchloride en glucose, en de dosis, het volume, de snelheid en de duur van toediening zijn afhankelijk van de leeftijd, het gewicht en de klinische toestand van de patiënt alsook van gelijktijdige behandelingen. De toediening moet worden bepaald door een arts. Voor patiënten met elektrolyten- en glucoseafwijkingen en voor pediatrische patiënten dient u een arts met ervaring in intraveneuze vloeistoftherapie te raadplegen. De hoeveelheid geïnjecteerde kalium mag nooit meer bedragen dan 20 mEq/uur en mag 80 mEq (= 6 g KCl)/24 uur niet overschrijden. Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten worden gecontroleerd voor en tijdens toediening, met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische afgifte van vasopressine (antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met vasopressine-agonisten vanwege het risico op hyponatriëmie. GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 % _BAXTER S.A._ Samenvatting van de productkenmerken 2/12 Version 10.0 (QRD 4.2) Controle van serumnatrium is vooral be 전체 문서 읽기