Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % Baxter inf. opl. i.v.

Country: Բելգիա

language: հոլանդերեն

source: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)

buyitnow

PIL PIL (PIL)
16-10-2023
SPC SPC (SPC)
16-10-2023

active_ingredient:

Kaliumchloride 3 mg/ml; Natriumchloride 3 mg/ml; Glucosemonohydraat - Eq. Watervrij Glucose 50 g/l

MAH:

Baxter SA-NV

ATC_code:

B05BB02

INN:

Glucose Monohydrate; Potassium Chloride; Sodium Chloride

pharmaceutical_form:

Oplossing voor infusie

composition:

Glucosemonohydraat; Kaliumchloride 3 mg/ml; Natriumchloride 3 mg/ml

administration_route:

Intraveneus gebruik

therapeutic_area:

Electrolytes with Carbohydrates

leaflet_short:

CTI-code: 153036-01 - De grootte van de verpakking: 10 x 1000 ml - Commercialisering status: YES - CNK-code: 2098770 - Levering wijze: Medisch voorschrift; 153036-02

authorization_status:

Gecommercialiseerd: Ja

authorization_date:

1990-11-09

PIL

                                GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 %
_BAXTER S.A._
Bijsluiter
1/9
Version 6.0 (QRD 4.2)
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE
Glucose, Natriumchloride, Kaliumchloride
LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT MEDICIJN GAAT INNEMEN WANT
ER STAAT BELANGRIJKE
INFORMATIE IN VOOR U.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of
verpleegkundige.
- Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4
staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of
verpleegkundige.
INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER
1. Wat is Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % en waarvoor wordt dit
medicijn ingenomen?
2. Wanneer mag u dit medicijn niet innemen of moet u er extra
voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit medicijn?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit medicijn?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. WAT IS GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 % EN WAARVOOR WORDT DIT
MEDICIJN GEBRUIKT?
Dit medicijn is een vloeistof (oplossing) die water, zouten (natrium
en kalium) en suiker (glucose)
bevat. Glucose is een van de energiebronnen voor het lichaam. Dit
medicijn levert 200 kilocalorieën
per liter oplossing.
De suiker en de twee zouten zijn normale bestanddelen in het bloed en
het gehele lichaam.
U zult deze oplossing toegediend krijgen door een ader (infusie) als u
te veel van deze twee zouten
hebt verloren, bijvoorbeeld in het geval van ernstige diarree of
braken.
Het is mogelijk dat een ander medicijn dat de arts u wilt toedienen,
wordt toegevoegd aan de vloeistof
om er in op te lossen en gelijktijdig met de infusie te worden
toegediend.
2. WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET TOEGEDIEND KRIJGEN OF MOET U ER
EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN?
U MAG GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 % NIET TOEGEDIEND KRIJGEN
ALS:

u allergisch bent voor glucose, natriumchloride of kaliumchloride of
een van de stoffen in dit
medicijn. Deze stoffen k
                                
                                read_full_document
                                
                            

SPC

                                GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 %
_BAXTER S.A._
Samenvatting van de productkenmerken
1/12
Version 10.0 (QRD 4.2)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %, oplossing voor infusie.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Watervrije glucose 50,0 g – Natriumchloride 3,00 g –
Kaliumchloride 3,00 g
Na
+
K
+
Cl
-
mmol/l
51
40
91
mEq/l
51
40
91
hyperosmolair
200 kcal/l (840 kJ/l)
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie.
Steriele en endotoxinevrije oplossing voor IV-infusie.
Osmolariteit: 460 mosmol/l
pH: 3,5 - 5,5
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1.
THERAPEUTISCHE INDICATIES
Deze oplossing is aangewezen in geval van kaliumverlies dat gepaard
gaat met natriumverlies (zoals bij
ernstige diarree of veelvuldig braken).
4.2.
DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING
Dosering
Volwassenen, ouderen en kinderen
De keuze van de specifieke concentratie kaliumchloride,
natriumchloride en glucose, en de dosis, het
volume, de snelheid en de duur van toediening zijn afhankelijk van de
leeftijd, het gewicht en de klinische
toestand van de patiënt alsook van gelijktijdige behandelingen. De
toediening moet worden bepaald door een
arts. Voor patiënten met elektrolyten- en glucoseafwijkingen en voor
pediatrische patiënten dient u een arts
met ervaring in intraveneuze vloeistoftherapie te raadplegen.
De hoeveelheid geïnjecteerde kalium mag nooit meer bedragen dan 20
mEq/uur en mag 80 mEq (= 6 g
KCl)/24 uur niet overschrijden.
Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten
moeten worden gecontroleerd voor en
tijdens toediening, met name bij patiënten met een verhoogde
niet-osmotische afgifte van vasopressine
(antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH) en bij
patiënten die gelijktijdig worden behandeld
met vasopressine-agonisten vanwege het risico op hyponatriëmie.
GLUCOSE 5 % + NACL 0,3 % + KCL 0,3 %
_BAXTER S.A._
Samenvatting van de productkenmerken
2/12
Version 10.0 (QRD 4.2)
Controle van serumnatrium is vooral be
                                
                                read_full_document
                                
                            

documents_in_other_languages

PIL PIL գերմաներեն 16-10-2023
PIL PIL ֆրանսերեն 16-10-2023
SPC SPC ֆրանսերեն 16-10-2023