Solupam 5 mg/ml, oplossing voor injectie voor honden en katten

Maa: Alankomaat

Kieli: hollanti

Lähde: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Aktiivinen ainesosa:

DIAZEPAM

Saatavilla:

Dechra Regulatory B.V.

ATC-koodi:

QN05BA01

INN (Kansainvälinen yleisnimi):

DIAZEPAM

Lääkemuoto:

Oplossing voor injectie

Koostumus:

DIAZEPAM 5 mg/ml,

Antoreitti:

Intraveneus gebruik

Prescription tyyppi:

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken

Terapeuttinen ryhmä:

Honden; Katten

Terapeuttinen alue:

Diazepam

Valtuutuksen tilan:

NL/V/0242/001

Valtuutus päivämäärä:

2019-02-21

Valmisteyhteenveto

BD/2023/REG NL 122076/zaak 975223
1 / 20
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BD/2023/REG NL 122076/zaak 975223
2 / 20
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Solupam 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per ml:
WERKZAAM BESTANDDEEL:
Diazepam
5,0 mg
HULPSTOFFEN:
KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN
ANDERE BESTANDDELEN
KWANTITATIEVE SAMENSTELLING ALS DIE
INFORMATIE ONMISBAAR IS VOOR EEN JUISTE
TOEDIENING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Benzylalcohol (E1519)
15,7 mg
Benzoëzuur (E210)
Natriumbenzoaat (E211)
Propyleenglycol
Ethanol (96 procent)
Water voor injecties
Heldere, geelgroene oplossing, pH 6,2-7,2
3.
KLINISCHE GEGEVENS
3.1
DOELDIERSOORT(EN)
Hond en kat.
3.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK VOOR ELKE DOELDIERSOORT
Voor de kortdurende behandeling van convulsieve aandoeningen en
skeletspierspasmen van centrale
en perifere oorsprong.
Als onderdeel van een pre-anesthesie- of sedatieprotocol.
3.3
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel (of
één) van de hulpstoffen.
Niet gebruiken bij ernstige leverziekte.
3.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Het gebruik van enkel diazepam als verdovingsmiddel is meestal minder
effectief bij dieren die al
opgewonden zijn.
BD/2023/REG NL 122076/zaak 975223
3 / 20
Diazepam kan leiden tot sufheid en desoriëntatie, en moet bij
werkdieren, zoals leger-, politie- en
hulphonden, met de nodige voorzichtigheid gebruikt worden.
3.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de
doeldiersoort(en):
Voorzichtigheid is geboden wanneer het diergeneesmiddel gebruikt wordt
bij dieren met lever- of
nierziekte en bij verzwakte, uitgedroogde, anemische, obese of
geriatrische dieren.
Voorzichtigheid is geboden wanneer het diergeneesmiddel gebruikt wordt
bij dieren in shock of in coma,
of met een aanzienlijke ademhalingsdepressie.
Voorzichtigheid is geboden wanneer het diergeneesmiddel gebruikt wordt
bij dieren met glaucoom.
Het gebruik van diazepam wordt