Carofertin 10 mg/ml, emulsie voor injectie voor runderen en varkens

Maa: Alankomaat

Kieli: hollanti

Lähde: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Aktiivinen ainesosa:

BETACAROTEEN (E 160a (II))

Saatavilla:

VMD N.V.

ATC-koodi:

QA11CA

INN (Kansainvälinen yleisnimi):

Beta-carotene (E 160a (II))

Lääkemuoto:

Emulsie voor injectie

Koostumus:

BETACAROTEEN (E 160a (II)) 10 mg/ml,

Antoreitti:

Intramusculair gebruik, Subcutaan gebruik

Prescription tyyppi:

Uitsluitend verkrijgbaar bij een dierenarts of op recept van een dierenarts bij een apotheek of leverancier met een vergunning

Terapeuttinen ryhmä:

Runderen; Varkens

Terapeuttinen alue:

Vitamin A, plain

Tuoteyhteenveto:

Wachttermijn: Runderen Melk 0 dagen; Runderen Vlees 0 dagen; Varkens Vlees 0 dagen

Valtuutuksen tilan:

NL/V/0194/001

Valtuutus päivämäärä:

2015-08-25

Valmisteyhteenveto

BD/2023/REG NL 116474/zaak 1030628
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BD/2023/REG NL 116474/zaak 1030628
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
CAROFERTIN 10 mg/ml, emulsie voor injectie voor runderen en varkens
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per ml:
WERKZAAM BESTANDDEEL:
Bètacaroteen ......................... 10,00 mg
HULPSTOFFEN:
Benzylalcohol (E1519) ......... 10,00 mg
Ascorbylpalmitaat (E304) ...... 0,12 mg
All-rac-α-tocoferol ................. 0,10 mg
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Emulsie voor injectie
Heldere, donkerrode emulsie.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
DOELDIERSOORTEN
Rund (koeien, vaarzen), varken (zeugen)
4.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN
Voor de preventie en behandeling van bètacaroteentekort en
vruchtbaarheidsstoornissen als gevolg van
bètacaroteentekort,
die
zich
kunnen
voordoen
tijdens
periodes
van
ontoereikend
aanbod
uit
voedingsstoffen.
4.3
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij pasgeboren dieren omdat het diergeneesmiddel
benzylalcohol bevat. Niet gebruiken
bij overgevoeligheid voor macrogolstearaat of in geval van
overgevoeligheid voor het werkzame
bestanddeel of één van de hulpstoffen.
4.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET
DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Geen.
4.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Niet van toepassing.
BD/2023/REG NL 116474/zaak 1030628
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het
diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Voorzichtigheid is geboden om accidentele zelfinjectie te vermijden.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te
worden geraadpleegd en de bijsluiter
of het etiket te worden getoond.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor bètacaroteen of voor
één van de hulpstoffen moeten
bij toediening van het diergeneesmiddel grote voorzichtigheid in acht
nemen.
Handen wassen na gebruik.
4.6
BIJWERKINGEN (FREQUENTIE EN ERNST)
Een zwelli