Parvoruvax suspensie voor injectie voor varkens

Riik: Holland

keel: hollandi

Allikas: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Osta kohe

Laadi alla Toote omadused (SPC)
05-04-2023
Laadi alla Tooteteave (INF)
05-04-2023

Toimeaine:

GEÏNACTIVEERD ERYSIPELOTHRIX RHUSIOPATHIAE, SEROTYPE 2, LYSAAT; GEÏNACTIVEERD VARKENSPARVOVIRUS, STAM K22

Saadav alates:

CEVA Sante Animale B.V.

ATC kood:

QI09AL01

INN (Rahvusvaheline Nimetus):

INACTIVATED ERYSIPELOTHRIX RHUSIOPATHIAE, SEROTYPE 2, LYSAAT; INACTIVATED VARKENSPARVOVIRUS, STRAIN K22

Ravimvorm:

Suspensie voor injectie

Manustamisviis:

Intramusculair gebruik

Retsepti tüüp:

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken

Terapeutiline rühm:

Varkens

Terapeutiline ala:

Porcine parvovirus + erysipelothrix

Toote kokkuvõte:

Wachttermijn: Varkens Vlees 0 dagen

Volitamisolek:

Nationaal

Loa andmise kuupäev:

2004-01-23

Toote omadused

                                BD/2023/REG NL 4217/zaak 1006283
1 / 14
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BD/2023/REG NL 4217/zaak 1006283
2 / 14
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Parvoruvax suspensie voor injectie voor varkens
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per dosis van 2 ml:
WERKZAME BESTANDDELEN:
Geïnactiveerd porcine parvovirus, stam K22: minstens een
hemaglutinatie-remmende
antistoftiter van 100 (caviae) inducerend;
_Erysipelothrix rhusiopathiae_
serotype 2 (lysaat): minstens 1 ELISA Unit (*)
*1 ELISA Unit: Potentie van het referentie muizenserum van de
producent , gemeten (op 3
weken) na vaccinatie met het referentievaccin van de fabrikant,
volgens Eur. Ph. 2004:0064
ADJUVANS:
Aluminiumhydroxide
4,2 mg
HULPSTOFFEN:
Thimerosal, maximaal
0,2 mg
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
DOELDIERSOORT
Varken (fok- en vermeerderingsvarkens).
4.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT
Actieve immunisatie van fok- en vermeerderingsvarkens (zeugen en
beren) tegen vlekziekte en
ter bescherming van embryo’s en foetussen tegen aandoeningen
veroorzaakt door porcine
parvovirus.
4.3
CONTRA-INDICATIES
Niet toedienen aan dieren met een onbekende maternale
antistoffenstatus.
4.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET
DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Wanneer beren worden gevaccineerd, dient een rustperiode van minimaal
3 weken in acht te
worden genomen na iedere injectie. Wanneer zeugen worden gevaccineerd,
dient vaccinatie te
worden vermeden gedurende 21 dagen volgend op het dekken.
BD/2023/REG NL 4217/zaak 1006283
3 / 14
4.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK BIJ DIEREN
Geen.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, TE NEMEN DOOR DE PERSOON DIE HET
DIERGENEESMIDDEL AAN DE
DIEREN TOEDIENT
Geen.
4.6
BIJWERKINGEN (FREQUENTIE EN ERNST)
Een geringe lokale vaccinatiereactie kan voorkomen.
4.7
GEBRUIK TIJDENS DRACHT, LACTATIE OF LEG
Dracht:
Het diergeneesmiddel kan ve
                                
                                Lugege kogu dokumenti