Nobivac Ducat

Riik: Holland

keel: hollandi

Allikas: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Toimeaine:

LEVEND VERZWAKT FELIENE CALICIVIRUS stam F9; LEVEND VERZWAKT FELIENE HERPESVIRUS TYPE 1, Stam G2620A

Saadav alates:

Intervet Nederland B.V.

ATC kood:

QI06AD03

INN (Rahvusvaheline Nimetus):

LIVING WEAKENED FELIENE CALICIVIRUS strain F9; LIVING WEAKENED FELIENE herpes virus TYPE 1, Strain G2620A

Ravimvorm:

Lyofilisaat voor suspensie voor injectie, Suspensie voor injectie

Manustamisviis:

Subcutaan gebruik

Retsepti tüüp:

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken

Terapeutiline rühm:

Katten

Terapeutiline ala:

Feline rhinotracheitis virus vaccine + Feline calicivirus vaccine

Volitamisolek:

DE/V/0207/001

Loa andmise kuupäev:

2004-09-02

Toote omadused

BD/2023/REG NL 10235/zaak 959895
1 / 18
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BD/2023/REG NL 10235/zaak 959895
2 / 18
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Nobivac Ducat lyofilisaat en solvens voor suspensie voor injectie voor
katten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke dosis (1 ml) gereconstitueerd vaccin bevat:
WERKZAME BESTANDDELEN:
Levend geattenueerd feline calicivirus, stam F9: ≥ 10
4.6
PFU
2
Levend geattenueerd feline rhinotracheïtisvirus, stam G2620A: ≥ 10
4.8
TCID
50
1
1
TCID
50
:
Tissue Culture Infectious Dose 50%
2
PFU:
Plaque-Forming Units
HULPSTOFFEN:
KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN ANDERE BESTANDDELEN
Lyofilisaat:
Dinatriumfosfaat dihydraat
Gehydrolyseerde gelatine
Sucrose
Solvens:
Dinatriumfosfaat dihydraat
Kaliumdiwaterstoffosfaat
Water voor injecties
Lyofilisaat: gebroken witte pellet.
Solvens: heldere kleurloze oplossing.
3.
KLINISCHE GEGEVENS
3.1
DOELDIERSOORT
Kat.
3.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK VOOR ELKE DOELDIERSOORT
Voor de actieve immunisatie van katten ter reductie van de klinische
verschijnselen veroorzaakt door
infectie met feline rhinotracheïtisvirus (FVR) en feline calicivirus
(FCV).
Aanvang van de immuniteit: 4 weken.
Duur van de immuniteit: 1 jaar.
BD/2023/REG NL 10235/zaak 959895
3 / 18
3.3
CONTRA-INDICATIES
Zie rubriek 3.7.
3.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Vaccinatie op de leeftijd van 6 weken is veilig gebleken.
3.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de
doeldiersoort(en):
Er moet voor gezorgd worden dat er geen aërosol wordt gevormd tijdens
het vaccineren van de kat,
omdat nasale of orale blootstelling kunnen resulteren in klinische
respiratoire verschijnselen
waaronder sloomheid en malaise. Om dezelfde reden dient voorkomen te
worden dat de kat de
injectieplaats likt.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het
diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te
worden geraadpleeg