País: Países Bajos
Idioma: neerlandés
Fuente: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
NITROGLYCERINE 1 mg/ml
G. Pohl-Boskamp GmbH & Co. KG Kieler Strasse 11 D-25551 HOHENLOCKSTEDT (DUITSLAND)
C01DA02
NITROGLYCERINE 1 mg/ml
Oplossing voor infusie
GLUCOSE 1-WATER ; STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941) ; WATER VOOR INJECTIE ; ZOUTZUUR (E 507),
Intraveneus gebruik
Glyceryl Trinitrate
Hulpstoffen: GLUCOSE 1-WATER; WATER, GEZUIVERD; ZOUTZUUR (E 507);
1984-09-19
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS NITRO “POHL” INFUS VOOR PERFUSORPOMPSYSTEMEN 1 MG/ML, OPLOSSING VOOR INFUSIE Nitroglycerine LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Aanvullende informatie 1. WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Nitro “Pohl” Infus is een oplossing voor infusie en is uitsluitend bestemd voor gebruik onder medisch toezicht in het ziekenhuis. Nitro “Pohl” Infus wordt in het ziekenhuis gebruikt in verschillende situaties: preventie van daling van de bloedtoevoer naar de hartspier (myocardischemie) tijdens een operatie aan het hart behandeling van de hartklachten bij een verminderde werking van de linkerkamer van het hart, met name tijdens de acute fase van een hartinfarct bij instabiele angina pectoris (beklemmend pijnlijk gevoel op de borst). 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6; als u een verlaagde bloeddruk (hypotensie) heeft, al dan niet bij een shock ten gevolge van een hartafwijking; als u een verminderd bloedvolume (hypovolemie) heeft; bij een verhoogde druk in uw hoofd (bij letsel aan het hoofd of bij hersenbloeding); bij onvoldoende doorbloeding in de hersenen; bij een ontsteking van het hartzakje (pericarditis) of vocht in het hartzakje (harttamponnade); bij een sch Leer el documento completo
1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nitro "Pohl" Infus voor perfusorpompsystemen 1 mg/ml, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing voor infusie bevat 1 mg nitroglycerine. 1 ampul van 5 ml bevat 5 mg nitroglycerine, 1 ampul van 10 ml bevat 10 mg nitroglycerine, 1 ampul van 25 ml bevat 25 mg nitroglycerine, 1 flacon van 50 ml bevat 50 mg nitroglycerine. Hulpstof: glucosemonohydraat (0.05 g/ml) Voor een volledige lijst van hulpstoffen zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie, heldere en kleurloze oplossing. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Chirurgie/anesthesie: Ter preventie van ischemie van de hartspier tijdens hartchirurgie. Cardiologie: 1. Linkszijdige ventriculaire hartinsufficiëntie, met name tijdens de acute fase van een hartinfarct. 2. Instabiele angina pectoris. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Algemeen: Het verdient aanbeveling te beginnen met een lage aanvangsdosis van 5 g/min en deze iedere 5 minuten stapsgewijs te verhogen. De dosis dient individueel vastgesteld te worden en is afhankelijk van het te bereiken effect en de veroorzaakte bijwerkingen, zoals toename van de hartfrequentie en verlaging van de bloeddruk. De individueel vastgestelde doseringen kunnen een factor 10 verschillen. De dosering varieert in de meeste gevallen van 5 - 200 g/min. Zorgvuldige klinische bewaking en nauwkeurige meting van de bloeddruk zijn noodzakelijk voor een juiste instelling van de inloopsnelheid. 2 4.3. CONTRA-INDICATIES Nitroglycerine mag niet worden gebruikt bij patiënten met: - overgevoeligheid voor nitroglycerine en/of organische nitraten in het algemeen of voor één van de andere (niet werkzame) bestanddelen; - toegenomen intracraniale druk (bij hoofdtrauma of cerebrale bloeding); - onvoldoende cerebrale perfusie; - pericarditis constrictiva of pericardiale tamponnade; - hypotensie, al dan niet in aanwezigheid van cardiogene shock (systolische bloeddruk lager dan 90 mm Hg); - ongecorr Leer el documento completo