Χώρα: Ολλανδία
Γλώσσα: Ολλανδικά
Πηγή: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
ALFAXALON
Zoetis B.V.
QN01AX05
ALFAXALON
Oplossing voor injectie
ALFAXALON 10 mg/ml,
Intraveneus gebruik
Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken
Honden; Katten; Konijnen
Alfaxalone
IE/V/0592/001
2018-04-26
BD/2023/REG NL 121149/zaak 877862 1 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2023/REG NL 121149/zaak 877862 2 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL ALFAXAN Multidose 10 mg/ml oplossing voor injectie voor honden, katten en gezelschapskonijnen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: WERKZAAM BESTANDDEEL: Alfaxalone 10 mg HULPSTOFFEN: Ethanol 150 mg Chlorocresol 1 mg Benzethoniumchloride 0,2 mg Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie Heldere, kleurloze oplossing 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORTEN Honden, katten en gezelschapskonijnen. 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN Als inductiemiddel vóór inhalatieanesthesie bij honden, katten en gezelschapskonijnen. Als enig anestheticum voor de inductie en het onderhoud van de anesthesie voor het uitvoeren van onderzoeken of chirurgische ingrepen bij honden en katten. 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken in combinatie met andere intraveneuze anesthetica. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS De pijnstillende eigenschap van alfaxalon is beperkt, daarom dient een geschikte peri-operatieve analgesie te worden verstrekt bij ingrepen waarvan verwacht wordt dat ze pijnlijk zijn. BD/2023/REG NL 121149/zaak 877862 3 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren: De veiligheid van het diergeneesmiddel bij dieren die jonger zijn dan 12 weken (honden en katten) en 16 weken (konijnen) is niet aangetoond. Voorbijgaande postinductie apneu treedt frequent op, vooral bij honden – zie rubriek 4.6 voor details. In deze gevallen moeten endotracheale intubatie en zuurstoftoediening worden toegepast. Voorzieningen voor intermitterende positieve-drukbeademing moeten voorhanden zijn. Om het risico op apneu te beperken, moet het diergeneesmiddel als een trage intraveneuze injecti Διαβάστε το πλήρες έγγραφο