Țară: Țările de Jos
Limbă: olandeză
Sursă: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
GLUCOSE 0-WATER 200 g/l
Baxter B.V. Kobaltweg 49 3542 CE UTRECHT
B05BA03
GLUCOSE 0-WATER 200 g/l
Oplossing voor infusie
WATER, GEZUIVERD ; ZOUTZUUR (E 507),
Intraveneus gebruik
Carbohydrates
Hulpstoffen: WATER, GEZUIVERD; ZOUTZUUR (E 507);
1979-09-19
GLUCOSE 20 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE _BAXTER B.V. _ Patiëntenbijsluiter 1/6 Version 6.0 (QRD 4.0) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT GLUCOSE 20 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE glucose LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Glucose 20% an waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS GLUCOSE 20% EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? De oplossing wordt gebruikt indien inname van voeding via de mond niet mogelijk, onvoldoende of ongewenst is, als onderdeel van een parenteral voedingsschema. Infusievloeistof voor de aanvulling van suikers in het lichaam. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? Wanneer is besloten dat deze infusievloeistof een geschikte vorm van behandeling is voor u, moet uw arts rekening houden met uw medische voorgeschiedenis. In sommige omstandigheden mag het product niet worden gebruikt, zoals : U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel waaronder glucose. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6; neiging tot hartfalen al of niet met vochtophoping in de longen; te hoge concentratie van glucose in het bloed; bij een onbehandelde diabetes insipidus (een bepaalde vorm van suikerziekte); in geval van slechte suikeropname; ontbreken van urineproductie door de nieren; bloeding binnen in de wervelkolom Citiți documentul complet
GLUCOSE 20 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE _BAXTER B.V. _ Deel IB1 1/11 Version 5.1 (QRD 4.0) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 20 %, oplossing voor infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 200 g glucose watervrij per 1000 ml water voor injectie (20 % Glucose). Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie. Glucose 20 %, indien niet verdund, is bedoeld voor infusie via een centraal veneuze katheter. Glucose 20 % heeft een osmolariteit van 1110 mosmol/l. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. THERAPEUTISCHE INDICATIES Als energiebron indien voeding per os niet mogelijk, onvoldoende of ongewenst is, als onderdeel van een parenteraal voedingsschema. 4.2. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING De infusiesnelheid en het volume hangen af van leeftijd, gewicht, klinische en metabole toestand van de patiënt, alsook gelijktijdige therapie. De behandeling vindt plaats als intraveneus druppelinfuus. De dosering dient te worden aangepast aan de behoefte van de patiënt. In het algemeen dient men bij de start van de totale intraveneuze voeding een opbouwschema te hanteren (opklimmende dosering). Bij een constante infusie over 24 uur bedraagt de dosering circa 0,25 – 0,5 gram glucose per kilogram lichaamsgewicht per uur. De maximale toedieningssnelheid bedraagt 0,75 gram glucose per kilogram lichaamsgewicht per uur. De maximale dagdosis bedraagt 0,24 gram/kilogram lichaamsgewicht/uur. Tijdens de behandeling wordt controle van de elektrolyten-, glucose-, en vochtbalans aangeraden. Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten worden gecontroleerd voor en tijdens toediening, met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische afgifte van vasopressine (antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met vasopressine-agonisten vanwege het risico op hyponatriëmie. Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor fysiologisch hypotone vloeistoffen. Glucose 20%, oplossing voor in Citiți documentul complet