Kraj: Holandia
Język: niderlandzki
Źródło: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
FENYLEFRINEHYDROCHLORIDE 12,2 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; FENYLEFRINE 10 mg/ml
Unimedic Pharma AB Sundbybergsvägen 1 171 73 SOLNA (ZWEDEN)
C01CA06
FENYLEFRINEHYDROCHLORIDE 12,2 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; FENYLEFRINE 10 mg/ml
Concentraat voor oplossing voor injectie of infusie
CITROENZUUR 0-WATER (E 330) ; NATRIUMCHLORIDE ; NATRIUMHYDROXIDE (E 524) ; STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941) ; TRINATRIUMCITRAAT 2-WATER (E 331) ; WATER VOOR INJECTIE ; ZOUTZUUR (E 507),
Intraveneus gebruik
Phenylephrine
Hulpstoffen: CITROENZUUR 0-WATER (E 330); NATRIUMCHLORIDE; NATRIUMHYDROXIDE (E 524); STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941); TRINATRIUMCITRAAT 2-WATER (E 331); WATER VOOR INJECTIE; ZOUTZUUR (E 507);
2017-09-15
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT FENYLEFRINE UNIMEDIC 10 MG/ML, CONCENTRAAT VOOR OPLOSSING VOOR INJECTIE/INFUSIE Fenylefrine LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Fenylefrine Unimedic en waarvoor wordt dit middel gebruikt ? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS FENYLEFRINE UNIMEDIC EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Dit geneesmiddel behoort tot de adrenerge of dopaminerge stoffen. Fenylefrine Unimedic wordt gebruikt om lage bloeddruk te behandelen die op kan treden bij verschillende typen van anesthesie (verdoving, narcose). 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? _ _ WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? - Als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. - Als u lijdt aan hypertensie (verhoogde bloeddruk) - Als u lijdt aan perifere vasculaire afwijkingen (slechte bloedcirculatie) - Als u niet-selectieve monoamine oxidase remmers (MAO) gebruikt (of als u hiermee minder dan 2 weken geleden gestopt bent), voor de behandeling van depressie (iproniazide, nialamide) - Als u lijdt aan een ernstige overactieve schildklier (hyperthyroïdisme) WANNEER MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN MET DIT MIDDEL? Neem Przeczytaj cały dokument
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL _ _ Fenylefrine Unimedic 10 mg/ml, concentraat voor oplossing voor injectie/infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Één ml Fenylefrine Unimedic 10 mg/ml, concentraat voor oplossing voor injectie/infusie, bevat fenylefrine-hydrochloride equivalent met 10 mg fenylefrine. - Elke 2 ml ampul (met 1 ml oplossing) Fenylefrine Unimedic 10 mg/ml bevat fenylefrine- hydrochloride equivalent met 10 mg fenylefrine. Hulpstof met bekend effect Elke 2 ml ampul (met 1 ml oplossing) bevat 0,2 mmol (3,7 mg) natrium. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Concentraat voor oplossing voor injectie/infusie, steriel concentraat. Heldere, kleurloze oplossing. pH: 4,5-6,5 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Behandeling van hypotensie tijdens spinale, epidurale en algehele anesthesie. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING _ _ DOSERING Dient toegediend te worden als intraveneuze injectie of infusie. Indien de oplossing en de verpakking het toelaten, moeten parenterale geneesmiddelen visueel gecontroleerd worden op deeltjes en verkleuring voordat deze worden toegediend. Dit geneesmiddel dient toegediend te worden na een geschikte verdunning. Voor instructies over verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6. _ _ _Volwassenen _ _ _ _INTRAVENEUZE BOLUS INJECTIE: _ De initiële dosering is 50 tot 100 microgram (1-2 ml van de 50 microgram/ml verdunde oplossing of 0,5-1 ml van de 100 microgram/ml verdunde oplossing) , die herhaald kan worden totdat het gewenste resultaat is verkregen en voordat de continue infusie kan worden gestart. Lees voor instructies over verdunning van het geneesmiddel rubriek 6.6. _CONTINUE INFUSIE: _ Er komen grote variaties in doseringen voor. De initiële dosering is over het algemeen 25 tot 50 microgram/min. De dosering kan verhoogd of verlaagd worden om een systolische bloeddruk dicht bij de normale waarde te houden. Doseringen tussen 25 en 100 micro Przeczytaj cały dokument