Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
CALCIUMCHLORIDE 0-WATER (E 509) 0,204 g/l ; KALIUMCHLORIDE (E 508) 0,4 g/l ; NATRIUMCHLORIDE 6 g/l ; NATRIUMLACTAAT (R,S) (E 325) 3,18 g/l
B. Braun Melsungen AG (Melsungen) Carl-Braun-Strasse 1 34212 MELSUNGEN (DUITSLAND)
B05BB01
CALCIUMCHLORIDE 0-WATER (E 509) 0,204 g/l ; KALIUMCHLORIDE (E 508) 0,4 g/l ; NATRIUMCHLORIDE 6 g/l ; NATRIUMLACTAAT (R,S) (E 325) 3,18 g/l
Oplossing voor infusie
WATER, GEZUIVERD ; ZOUTZUUR (E 507),
Intraveneus gebruik
Electrolytes
Hulpstoffen: WATER, GEZUIVERD; ZOUTZUUR (E 507);
1900-01-01
1 BIJSLUITER 2 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER RINGER-LACTAAT, OPLOSSING VOOR INFUSIE LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Ringer-lactaat en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS RINGER-LACTAAT EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Ringer-lactaat is een oplossing voor infusie die de belangrijkste zouten bevat die in het bloed voorkomen (natriumchloride, kaliumchloride, calciumchloridedihydraat). De zoutsamenstelling ervan is vergelijkbaar met die van menselijk bloed. Daarnaast bevat Ringer-lactaat een stof (natriumlactaat) die een te grote hoeveelheid zuur in het bloed kan wegnemen. U krijgt deze oplossing als: - Uw bloed iets te zuur is (milde acidose). - U vocht en zouten uit het lichaam heeft verloren (bijvoorbeeld als gevolg van hevig zweten of nierfunctiestoornissen). - U bloed heeft verloren en gedurende een korte tijd vervanging nodig is. - Uw arts u zouten of bepaalde geneesmiddelen wil geven die moeten worden opgelost of verdund. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? - Als lactaat bij u in verminderde mate wordt omgezet en daarbij het lactaatgehalte in uw bloed is verhoogd (zie ook rubriek “Wanneer Lees het volledige document
1 00953.SL10.020I13 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 00953.SL10.020I13 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ringer-lactaat, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1.000 ml oplossing bevat: Natriumchloride 6,00 g Natriumlactaatoplossing (50% gew/gew) 6,24 g (gelijk aan 3,12 g natriumlactaat) Kaliumchloride 0,40 g Calciumchloride-dihydraat 0,27 g _Elektrolytenconcentraties:_ Natrium 131 mmol/l Kalium 5,4 mmol/l Calcium 1,8 mmol/l Chloride 112 mmol/l Lactaat 28 mmol/l Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie Heldere, kleurloze, waterige oplossing Theoretische osmolariteit: 277 mosm/l Zuurgraad (titratie tot pH 7,4): < 1 mmol/l pH: 5,0 – 7,0 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES ● Vochtsuppletie als het zuur-base-evenwicht niet is verstoord of bij een milde acidose ● Isotone en hypotone dehydratie ● Herstel van het intravasculaire volume als kortdurende behandeling ● Drageroplossing voor verenigbare concentraties van elektrolyten en voor geneesmiddelen. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering De dosering van de oplossing hangt af van de hoeveelheid vocht- en elektrolyten die de patiënt nodig heeft, van zijn/haar leeftijd, gewicht, klinische en fysiologische toestand (zuur-base-evenwicht). Vloeistofbalans, serumelektrolyten en zuur-base-evenwicht moeten wellicht worden gecontroleerd voor en tijdens toediening, met bijzonder aandacht voor serumnatrium bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische afgifte van vasopressine (antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntie- syndroom, SIADH) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met vasopressine-agonisten vanwege het risico op in het ziekenhuis opgelopen hyponatriëmie (zie rubrieken 4.4, 4.5 en 4.8). Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor fysiologisch hypotone vloeistoffen. 3 00953.SL10.020I13 De infusiesnelheid en het infusievolume zijn afhankelijk van de leeftijd, het gewicht en de klinische aandoening (bijvoorbeeld brandwon Lees het volledige document