Rabifar 10 mg, maagsapresistente tabletten

Land: Nederland

Taal: Nederlands

Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Koop het nu

Bijsluiter Bijsluiter (PIL)
31-01-2018
Productkenmerken Productkenmerken (SPC)
31-01-2018

Werkstoffen:

RABEPRAZOLNATRIUM SAMENSTELLING overeenkomend met; RABEPRAZOL;

Beschikbaar vanaf:

Specifar S.A.

ATC-code:

A02BC04

INN (Algemene Internationale Benaming):

RABEPRAZOLNATRIUM COMPOSITION matching; RABEPRAZOLE;

farmaceutische vorm:

Maagsapresistente tablet

Toedieningsweg:

Oraal gebruik

Therapeutisch gebied:

Rabeprazole

Product samenvatting:

Hulpstoffen: CARNAUBAWAS (E 903); ETHYLCELLULOSE (E 462); HYDROXYPROPYLCELLULOSE, LAAG GESUBSTITUEERD (E 463); HYPROMELLOSEFTALAAT; IJZEROXIDE ROOD (E 172); MAGNESIUMOXIDE, LICHT (E 530); MAGNESIUMSTEARAAT (E 470b); MANNITOL (D-) (E 421); MONOGLYCERIDEN, GEDIACETYLEERD; POVIDON K 30 (E 1201); TALK (E 553 B); TITAANDIOXIDE (E 171);

Bijsluiter

                                BIJSLUITER
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER
RABIFAR 10 MG, MAAGSAPRESISTENTE TABLETTEN
RABIFAR 20 MG, MAAGSAPRESISTENTE TABLETTEN
Rabeprazolnatrium
LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN
WANT ER STAAT BELANGRIJKE
INFORMATIE IN VOOR U.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u
voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als
u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of
krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER
1.
Wat is Rabifar en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig
mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
WAT IS RABIFAR EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
Rabifar tabletten bevatten als werkzame stof rabeprazolnatrium. Dit
geneesmiddel behoort tot de
zogenaamde protonpompremmers. Die zorgen ervoor dat uw maag minder
zuur aanmaakt.
Rabifar tabletten worden gebruikt voor behandeling van de volgende
aandoeningen:
-
een ontsteking in de slokdarm als gevolg van terugvloeiend maagzuur
(reflux) (GORD). Hierbij
kunt u last hebben van zuurbranden. Slokdarmontsteking (GORD) wordt
veroorzaakt door
terugvloeiing van zuur en voedsel uit de maag naar de slokdarm.
-
zweren in uw maag of het bovenste deel van de darm (de dunne darm).
Als deze zweren
geïnfecteerd zijn met de zogenaamde Helicobacter pylori-bacteriën,
zult u ook antibiotica krijgen.
Door Rabifar tabletten en antibiotica samen te gebruiken verdwijnt de
infectie en geneest de
zweer. Deze behandeling voorkomt ook dat de infectie en de zweren
terugkomen.
-
het Zollinger-Ellison syndroom, een aandoening waarbij de maag te
grote ho
                                
                                Lees het volledige document
                                
                            

Productkenmerken

                                _Versie 4.0, 02/2016_
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Rabifar 10 mg, maagsapresistente tabletten
Rabifar 20 mg, maagsapresistente tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke maagsapresistente tablet bevat 10 mg rabeprazolnatrium
overeenkomend met 9,42 mg
rabeprazol.
Elke maagsapresistente tablet bevat 20 mg rabeprazolnatrium
overeenkomend met 18,85 mg
rabeprazol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Maagsapresistente tablet
_10 mg:_ roze, ronde, biconvexe maagresistente tabletten met een
diameter van ongeveer 6 mm.
_20 mg:_ gele, ronde, biconvexe maagresistente tabletten met een
diameter van ongeveer 7,5 mm.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
THERAPEUTISCHE INDICATIES
Rabifar -tabletten zijn geïndiceerd voor de behandeling van:
-
actief ulcus duodeni
-
actief benigne ulcus ventriculi
-
symptomatisch eroderende of ulceratieve gastro-oesofageale
refluxziekte (GORZ)
-
langdurige behandeling van gastro-oesofageale refluxziekte
(onderhoudsdosis t.b.v. GORZ)
-
symptomatische behandeling van matige tot zeer ernstige
gastro-oesofageale refluxziekte
(symptomatische GORZ)
-
Zollinger-Ellison syndroom
-
Eradicatie van _Helicobacter pylori _in combinatie met geschikte
antibacteriële therapie bij
patiënten met peptische ulcera (zie rubriek 4.2).
4.2
DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING
Dosering
_Volwassenen/ouderen _
_ _
_Actief ulcus duodeni en actief benigne ulcus ventriculi: _De
aanbevolen orale dosis voor zowel actief
ulcus duodeni als actief benigne ulcus ventriculi is 20 mg, eenmaal
daags 's morgens in te nemen.
De meeste patiënten met actief ulcus duodeni genezen binnen vier
weken. Een aantal patiënten behoeft
mogelijk echter vier extra weken therapie om te genezen. De meeste
patiënten met actief benigne
ulcus ventriculi genezen binnen zes weken. Ook in dit geval behoeft
een aantal patiënten mogelijk
echter zes weken extra therapie om te genezen.
_Eroderende of ulceratieve gastro-oesofageale reflux (GOR): _De
aanbevolen orale dosi
                                
                                Lees het volledige document