Land: België
Taal: Nederlands
Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Bismuthsubnitraat 2.6 g - Eq. Bismuth 1.858 g
Zoetis Belgium
QA16QA06
Bismuth Subnitrate
2,6 g
Suspensie voor intramammair gebruik
Bismuthsubnitraat 650 mg/g
Intramammair gebruik
rund
Monensin
CTI-code: 251693-03 - De grootte van de verpakking: 120 x 4 g - Commercialisering status: YES - CNK-code: 3116480 - Levering wijze: Medisch voorschrift; CTI-code: 251693-01 - De grootte van de verpakking: 24 x 4 g - Commercialisering status: YES - MKZ-code: 05414736008240 - CNK-code: 2099927 - Levering wijze: Medisch voorschrift; CTI-code: 251693-02 - De grootte van de verpakking: 60 x 4 g - Commercialisering status: YES - MKZ-code: 05414736008257 - CNK-code: 2099919 - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Ja
2003-05-26
Notice – Version NL ORBESEAL BIJSLUITER ORBESEAL, 2,6 G SUSPENSIE VOOR INTRAMAMMAIR GEBRUIK BIJ HET RUND BIJ DROOGZETTEN 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: ZOETIS BELGIUM SA Rue Laid Burniat, 1 B-1348 Louvain-la-Neuve Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte: Cross Vetpharm Group Ltd. Dublin 24 Ierland Of Haupt Pharma Latina S.r.l Borgo san Michele (LT) ss 156km 47,600 – Latina Italië 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Orbeseal, 2,6 g suspensie voor intramammair gebruik bij het rund bij droogzetten Bismuth subnitraat, zwaar 3. GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN Het diergeneesmiddel is een grijs-witte, gladde, pasta-achtige suspensie. Elke injector voor intramammair gebruik bevat 4 g pasta voor intramammair gebruik welke 2,6 g Bismuth subnitraat, zwaar, bevat, in een minerale olie als drager. 4. INDICATIES Het diergeneesmiddel is geïndiceerd voor de preventie van nieuwe intramammaire infecties gedurende de gehele droogstandperiode. Het diergeneesmiddel voorkomt nieuwe intramammaire infecties door een fysieke barrière te vormen tegen het binnendringen van bacteriën. Bij koeien die beschouwd worden als zijnde vrij van subklinische mastitis kan het diergeneesmiddel op zichzelf gebruikt worden voor droogzetmanagement en mastitiscontrole. 5. CONTRA-INDICATIES Gebruik niet alleen dit diergeneesmiddel bij koeien met subklinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. Zie rubriek 12, Dracht en lactatie. 6. BIJWERKINGEN Notice – Version NL ORBESEAL Acute mastitis is zeer zelden gemeld na gebruik van dit diergeneesmiddel, voornamelijk als gevolg van een slechte infusietechniek en gebrek aan hygiëne. Zie rubrieken “Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik ‘e Lees het volledige document
RCP– Version NL ORBESEAL SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL ORBESEAL, 2,6 g, suspensie voor intramammair gebruik bij het rund bij droogzetten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per injector voor intramammair gebruik met 4 g: WERKZAAM BESTANDDEEL: Bismuth subnitraat, zwaar 2,6 g (overeenkomend met bismuth, zwaar 1,858 g) HULPSTOFFEN Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Suspensie voor intramammair gebruik. Grijs-witte, gladde, pasta-achtige suspensie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT Rund (melkkoeien bij droogzetten) 4.2 INDICATIE(S) VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT Preventie van nieuwe intramammaire infecties gedurende de gehele droogstandperiode. Bij koeien die beschouwd worden als zijnde vrij van subklinische mastitis kan het diergeneesmiddel op zichzelf gebruikt worden voor droogzetmanagement en mastitiscontrole. 4.3 CONTRA-INDICATIES Zie rubriek 4.7. Gebruik niet alleen dit diergeneesmiddel bij koeien met subklinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Selectie van de koeien voor behandeling met het diergeneesmiddel dient gebaseerd te zijn op veterinaire klinische beoordeling. Selectiecriteria kunnen gebaseerd zijn op het mastitis- en celgetal- verleden van de individuele koeien of erkende testen voor het aantonen van subklinische mastitis of bacteriologische monstername. RCP– Version NL ORBESEAL 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren Het is een goede gewoonte om droogstaande koeien geregeld te controleren op verschijnselen van klinische mastitis. Indien zich in een verzegeld kwartier een klinische mastitis ontwikkelt, dient het aangetaste kwartier handmatig uitgetrokke Lees het volledige document