Land: België
Taal: Nederlands
Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Bismuthsubnitraat 2600 mg
Norbrook Laboratories (Ireland)
QG52X
Bismuth Subnitrate
2,6 g
Suspensie voor intramammair gebruik
Bismuthsubnitraat 2.6 g
Intramammair gebruik
rund
Various Products for Teats and Udder
CTI-code: 442836-02 - De grootte van de verpakking: 60 x 2.6 g - Commercialisering status: YES - CNK-code: 3085321 - Levering wijze: Medisch voorschrift; CTI-code: 442836-03 - De grootte van de verpakking: 120 x 2.6 g - Commercialisering status: YES - CNK-code: 3085339 - Levering wijze: Medisch voorschrift; CTI-code: 442836-01 - De grootte van de verpakking: 24 x 2.6 g - Commercialisering status: YES - CNK-code: 3085313 - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Ja
2013-09-20
SKP– NL Versie NOROSEAL 2,6 G BIJSLUITER NOROSEAL 2,6 G SUSPENSIE VOOR INTRAMAMMAIR GEBRUIK BIJ RUNDEREN 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Norbrook Laboratories (Ireland) Limited Rossmore Industrial Estate Monaghan Ierland Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte; Norbrook Manufacturing Ltd Rossmore Industrial Estate Monaghan Ireland Norbrook Laboratories Limited 105 Armagh Road Newry, Co. Down, Noord-Ierland BT35 6PU Norbrook Laboratories Limited Station Works Camlough Road Newry Co. Down BT35 6JP Northern Ireland 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Noroseal 2,6 g suspensie voor intramammair gebruik bij runderen. Bismutsubnitraat, zwaar. 3. GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN Per intramammaire injector van 4 g: WERKZAAM BESTANDDEEL : Bismutsubnitraat, zwaar 2,6 g. Lichtbruine suspensie. 4. INDICATIES 1 SKP– NL Versie NOROSEAL 2,6 G Preventie van nieuwe intramammaire infecties gedurende de periode van droogstand. Bij koeien die beschouwd worden als zijnde vrij van subklinische mastitis kan het diergeneesmiddel geschikt zijn om op zichzelf gebruikt te worden voor droogzetmanagement voor mastitiscontrole. De selectie van koeien voor behandeling met het diergeneesmiddel dient gebaseerd te zijn op diergeneeskundige klinische beoordeling. Selectiecriteria kunnen gebaseerd zijn op het mastitis- en celgetalverleden van de individuele koeien of erkende testen voor het aantonen van subklinische mastitis zoals bacteriologische monstername. 5. CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij lacterende koeien. Gebruik het diergeneesmiddel niet als enig middel bij koeien met subklinische mastitis bij het droogzetten. Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis bij het droogzetten. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. 6. BIJWERKINGEN Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet Lees het volledige document
SKP– NL Versie NOROSEAL 2,6 G SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Noroseal 2,6 g suspensie voor intramammair gebruik bij runderen 2. KWALTITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per intramammaire injector van 4 g: WERKZAAM BESTANDDEEL: Bismutsubnitraat, zwaar 2,6 g HULPSTOFFEN: Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3 . FARMACEUTISCHE VORM Suspensie voor intramammair gebruik. Lichtbruine suspensie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT Rund (melkkoeien). 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT Preventie van nieuwe intramammaire infecties gedurende de periode van droogstand. Bij koeien die beschouwd worden als zijnde vrij van subklinische mastitis kan het diergeneesmiddel geschikt zijn om op zichzelf gebruikt te worden voor droogzetmanagement voor mastitiscontrole. De selectie van de koeien voor behandeling met het diergeneesmiddel dient gebaseerd te zijn op diergeneeskundige klinische beoordeling. Selectiecriteria kunnen gebaseerd zijn op het mastitis- en celgetalverleden van de individuele koeien of erkende testen voor het aantonen van subklinische mastitis zoals bacteriologische monstername. 4.3 CONTRA-INDICATIES Zie rubriek 4.7. Niet gebruiken bij lacterende koeien. Gebruik het diergeneesmiddel niet als enig middel bij koeien met subklinische mastitis bij het droogzetten. Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis bij het droogzetten. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Geen. 1 SKP– NL Versie NOROSEAL 2,6 G 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren: Het is goede veterinaire gewoonte om droogstaande koeien geregeld te controleren op verschijnselen van klinische mastitis. Indien zich in een verzegeld kwartier een klinische mastitis ontwikkelt, dient het aangetaste kwartier handmatig uitgemolken te worden, voordat een Lees het volledige document