Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
NORADRENALINEWATERSTOFTARTRAAT 1-WATER 0,399 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; NORADRENALINE 0,2 mg/ml
NORADRENALINEWATERSTOFTARTRAAT 1-WATER 0,399 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; NORADRENALINE 0,2 mg/ml
Oplossing voor infusie
DINATRIUMEDETAAT 2-WATER ; NATRIUMCHLORIDE ; NATRIUMHYDROXIDE (E 524) ; WATER VOOR INJECTIE ; ZOUTZUUR (E 507)
Intraveneus gebruik
2022-03-01
1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT NORADRENALINE HAMELN 0,2 MG/ML, OPLOSSING VOOR INFUSIE noradrenalinetartraat LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT MEDICIJN GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Noradrenaline hameln en waarvoor wordt dit medicijn gebruikt? 2. Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe wordt dit medicijn gegeven? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit medicijn? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS NORADRENALINE HAMELN EN WAARVOOR WORDT DIT MEDICIJN GEBRUIKT? Noradrenaline hameln wordt gebruikt bij volwassenen in een noodsituatie om de bloeddruk hoger te maken tot een normaal niveau. 2. WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? U MAG DIT MEDICIJN NIET GEBRUIKEN ALS: • u allergisch bent voor noradrenaline of voor 1 van de andere stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter; • u een hoge bloeddruk heeft, als uw schildklier te snel werkt (hyperthyreoïdie), als u nauwe kamerhoekglaucoom heeft (een soort verhoogde druk in het oog), als u een zwelling in de bijnier heeft (feochromocytoom), als uw nieren niet goed werken (erge nierinsufficiëntie); • u aanvallen heeft van een te snel kloppend hart (paroxysmale tachycardie); • uw ventrikels te snel en onregelmatig kloppen (hoge frequente absolute aritmie); • u een ziekte heeft aan uw kransslagaders of uw hartspier; • uw bloedvaten verkalken (sclerotische vaatveranderingen); • uw prostaat groter is dan normaal, waardoor plas (urine) in de blaas blijft zitten; • de rechterk Lees het volledige document
1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Noradrenaline hameln 0,2 mg/ml, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke 1 ml oplossing bevat 0,4 mg noradrenalinetartraat, overeenkomend met 0,2 mg noradrenaline. Elke flacon van 50 ml bevat 20 mg noradrenalinetartraat, overeenkomend met 10 mg noradrenaline. Hulpstoffen met bekend effect: Elke 1 ml oplossing bevat 3,55 mg natrium Elke 50 ml flacon bevat 177,50 mg natrium. Zie rubriek 4.4. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie Heldere, kleurloze of bijna kleurloze oplossing zonder zichtbare deeltjes. pH 3,2 – 4,2 Osmolaliteit 270-310 mOsmol/kg 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen als noodmaatregel bij het normaliseren van de bloeddruk bij gevallen van acute hypotensie. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Noradrenaline hameln dient te worden gebruikt met een geschikte spuitpomp met aandrijving die het minimale aanbevolen volume nauwkeurig en consistent kan afgeven met een streng gecontroleerde infusiesnelheid, in lijn met de instructies voor dosistitratie. _ _ De patiënt dient gedurende de volledige duur van de noradrenalinebehandeling onder zorgvuldige controle te blijven. De bloeddruk moet nauwlettend worden gemonitord en bij voorkeur worden gecontroleerd door monitoring van de arteriële bloeddruk. Dosering _Volwassenen _ Alle dosisaanbevelingen worden gegeven in eenheden noradrenaline BASE. De bloeddruk kan het best worden gestabiliseerd door middel van intraveneuze infusie, bijv. door een infuuspomp met spuit. Afhankelijk van de huidige circulatie, dient de infusiepomp te worden ingesteld op een snelheid van 0,3 ml/uur (overeenkomend met 1 microgram/minuut) tot 6 ml/uur (overeenkomend met 20 microgram/minuut). De dosering hangt af van de huidige hemodynamische situatie van de patiënt en is normaliter 1 - 20 microgram/minuut voor een volwassen patiënt, overeenkomend met 2 0,014 - 0,2 Lees het volledige document