Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
NATRIUMCHLORIDE 9 g/l
Dirinco BV Ketelmeer 1 5347 JX OSS
B05CB01
NATRIUMCHLORIDE 9 g/l
Oplossing voor infusie
WATER, GEZUIVERD,
Intraveneus gebruik
Sodium Chloride
Hulpstoffen: WATER, GEZUIVERD;
1995-06-06
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT NATRIUMCHLORIDE 0,9% DIRINCO, INFUSIEVLOEISTOF Natriumchloride LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Natriumchloride 0,9% DIRINCO en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS NATRIUMCHLORIDE 0,9% DIRINCO EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Infusievloeistof met daarin opgelost lichaamseigen zout welke wordt toegepast om een tekort aan zout of water aan te vullen. Dit kan ontstaan ten gevolge van plasmaverlies, braken, diarree of overmatig zweten. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? In die gevallen waarin het lichaam te veel natrium (hypernatriëmie), te veel chloride (hyperchloremie) of een overmaat aan water bevat dient dit geneesmiddel niet gebruikt te worden. Ditzelfde geldt voor patiënten waarbij de pompfunctie van het hart sterk verminderd is. WANNEER MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN MET DIT MIDDEL? Bij ouderen en kinderen verdienen de dosering en de toediening extra voorzichtigheid. Ook is voorzichtigheid geboden bij een slechte nierfunctie, slechte hartfunctie, hoge bloeddruk, vochtophoping, zwangerschapsvergiftiging en een te hoog gehalte aan eiwitten of een te laag gehalte kalium in het bloed. Om hersenbeschadiging (osmotische-demyelinisatiesyndroom) te voorkomen, zal uw arts ervoor zorgen dat het natriumgehalte in uw bloed nie Lees het volledige document
Natriumchloride 0,9% blz. 1/5 RVG 17549 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Natriumchloride 0,9% DIRINCO, infusievloeistof 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml bevat: Werkzame bestanddelen: Natriumchloride 9,00 g Na + 154 mmol/l Cl - 154 mmol/l Osmolariteit 308 mOsm/l Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Infusievloeistof Een steriele, pyrogeen vrije en heldere infusievloeistof 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Herstel van de elektrolyten- en/of waterbalans bij o.a. dehydratie, elektrolytentekort t.g.v. plasmaverlies, braken, diarree en overmatig zweten. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering De gemiddelde dosering bedraagt 2 liter per 24 uur. De hoeveelheid die wordt toegediend is sterk afhankelijk van de behoefte van de patiënt. De arts stelt dit individueel vast. Pediatrische patiënten: Bij ouderen en bij kinderen moet men voorzichtiger zijn. Wijze van toediening Het infuus dient uitsluitend gebruikt te worden, indien de vloeistof geheel helder is en deeltjesvrij is. De infusievloeistof is voor éénmalig gebruik. 4.3 CONTRA-INDICATIES - hypernatriëmie - hyperchloremie - waterintoxicatie - decompensatio cordis Natriumchloride 0,9% blz. 2/5 RVG 17549 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK Alleen toedienen indien de oplossing helder en deeltjesvrij is. De infusievloeistof is voor éénmalig gebruik. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een slechte nierfunctie, slechte hartfunctie, hypertensie, longoedeem, perifeer oedeem, zwangerschapstoxicose, hyperproteïnemie en hypokaliemie. Niet tegelijk met bloed via één systeem toedienen. Controle van elektrolyten- en vochtbalans wordt aangeraden. Risico op het Osmotisch Demyelinisatiesyndroom Om ontwikkeling van het osmotische-demyelinisatiesyndroom te voorkomen, dient het serumnatriumgehalte niet met meer dan 9 mmol/l/dag te worden verhoogd. Als algemene aanbeveling is een correctiesnelheid van 4 tot 6 mmol/l/dag in de meeste gevallen redelijk, afhankelijk van de Lees het volledige document