Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
IPRATROPIUMBROMIDE 1-WATER 0,21 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; IPRATROPIUMBROMIDE 0-WATER 0,2 mg/ml ; SALBUTAMOLSULFAAT 1,2 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; SALBUTAMOL 1 mg/ml
Cipla Europe NV De Keyserlei 58-60 2018 ANTWERPEN (BELGIË)
R03AL02
IPRATROPIUMBROMIDE 1-WATER 0,21 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; IPRATROPIUMBROMIDE 0-WATER 0,2 mg/ml ; SALBUTAMOLSULFAAT 1,2 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; SALBUTAMOL 1 mg/ml
Verneveloplossing
NATRIUMCHLORIDE ; WATER VOOR INJECTIE ; ZWAVELZUUR (E 513),
Inhalatie
Salbutamol and ipratropium bromide
Hulpstoffen: NATRIUMCHLORIDE; WATER VOOR INJECTIE; ZWAVELZUUR (E 513);
2014-12-03
RVG 114132 v3.3 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER IPRATROPIUMBROMIDE/SALBUTAMOL CIPLA 0,5/2,5 MG PER 2,5 ML, VERNEVELOPLOSSING Ipratropiumbromide en salbutamol LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. ‐ Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. ‐ Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. ‐ Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. ‐ Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Ipratropiumbromide/Salbutamol Cipla en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS IPRATROPIUMBROMIDE/SALBUTAMOL CIPLA EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Uw geneesmiddel heet Ipratropiumbromide/Salbutamol Cipla. De werkzame stoffen in dit middel zijn ipratropiumbromide en salbutamol. Beide behoren tot een groep geneesmiddelen die ‘luchtwegverwijders’ (bronchodilatoren) worden genoemd. Ze kunnen de ademhaling verbeteren door het verwijden van de luchtwegen. Dit gebeurt doordat voorkomen wordt dat de gladde spieren rond de luchtwegen samentrekken, waardoor de luchtwegen open blijven. Ipratropiumbromide blokkeert de zenuwsignalen die naar de spieren rond de luchtwegen gaan, en salbutamol stimuleert specifieke receptoren (bèta2-receptoren) in de spieren. Dit middel wordt gebruikt voor de behandeling van langdurige ademhalingsproblemen bij volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar die chronische obstructieve longziekte (COPD) hebben, zoals chronische bronchitis of Lees het volledige document
[Geef tekst op] [Geef tekst op] [Geef tekst op] RVG 114132 v2.6 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ipratropiumbromide/Salbutamol Cipla 0,5/2,5 mg per 2,5 ml, verneveloplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ampul van 2,5 ml bevat 0,5 mg ipratropiumbromide (als 525 microgram ipratropiumbromidemonohydraat) en 2,5 mg salbutamol (als sulfaat). Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Verneveloplossing Heldere, kleurloze oplossing. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Ipratropiumbromide/Salbutamol Cipla is geïndiceerd voor de behandeling van bronchospasmen bij volwassenen en adolescente patiënten die lijden aan chronische obstructieve longaandoeningen (COPD) en die een symptomatische behandeling behoeven met zowel ipratropiumbromide als salbutamol. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING De behandeling moet worden gestart en toegediend onder medisch toezicht, b.v. in de ziekenhuisomgeving. Behandeling aan huis kan worden aanbevolen in uitzonderlijke gevallen (ernstige symptomen of ervaren patiënten die hogere doses nodig hebben) wanneer een lage dosis snelwerkende bèta-agonist bronchodilatator onvoldoende is geweest om verlichting te bieden na overleg met een ervaren arts. De behandeling met de verneveloplossing in UDV's moet altijd worden gestart met de laagste aanbevolen dosis (1 UDV). In zeer ernstige gevallen kunnen twee eenheidsdosisampullen nodig zijn voor verlichting van de symptomen. De patiënt moet de instructie krijgen om onmiddellijk een arts te raadplegen in geval van acute, snel verslechterende dyspnoe. Bovendien moet de patiënt worden gewaarschuwd om medisch advies in te winnen als een verminderde respons duidelijk wordt _ _ _Toediening moet worden gestopt wanneer voldoende verlichting van de symptomen is bereikt. _ _ _ _De aanbevolen dosering is:_ _Volwassenen (inclusief oudere patiënten en kinderen ouder dan 12 jaar):_De inhoud van 1 ampul 3 tot 4 maal daags. _ _ _ _ [Geef tekst op] [Geef teks Lees het volledige document