Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
GLUCOSE 0-WATER 700 g/l
Fresenius Kabi Nederland B.V. Amersfoortseweg 10 E 3712 BC HUIS TER HEIDE
B05BA03
GLUCOSE 0-WATER 700 g/l
Oplossing voor infusie
WATER, GEZUIVERD ; ZOUTZUUR (E 507),
Parenteraal
Carbohydrates
Hulpstoffen: WATER, GEZUIVERD; ZOUTZUUR (E 507);
1987-06-12
Page 1 of 6 12172PILD BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GLUCOSE 70% OPLOSSING VOOR INFUSIE LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Glucose 70% en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS GLUCOSE 70% EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? GLUCOSE 70% is een oplossing voor directe toediening in een ader. GLUCOSE 70% zorgt voor de toevoer van energie als dit niet of niet in voldoende mate via de mond kan of mag worden opgenomen. GLUCOSE 70% is bedoeld voor mensen met een hoge energiebehoefte waarbij slechts weinig vocht mag worden toegediend. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? • U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. • Coma die samengaat met hoge concentraties deeltjes in het bloed. • Een te lage kaliumconcentratie in het bloed. • Een te hoge suikerconcentratie in het bloed. • Een verlies aan vocht die samenhangt met een lage concentratie van deeltjes in het bloed. • Suikerziekte (diabetes mellitus). • Verstoring van de opname van glucose door de lichaamscellen. • Een teveel aan vocht in het lichaam. • Een verzuring van het bloed. WANNEER MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN MET DIT MIDDEL? Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt. Licht uw arts i Lees het volledige document
Page 1 of 5 12172SKPD SAMENVATTING VAN PRODUCT KENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 70%, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat per 1000 ml: Glucose monohydraat 770 g Overeenkomend met Glucose (anhydrisch) 700 g Energetische waarde: 12000 kJ/l Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. THERAPEUTISCHE INDICATIES Parenterale energievoorziening bij patiënten, die een hoge energiebehoefte hebben maar aan wie slechts een beperkte hoeveelheid vocht mag worden toegediend, zoals bij beperkte nierfunctie. 4.2. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Toediening door middel van intraveneuze infusie uitsluitend via een centraal veneuze catheter met behulp van een infusiepomp. Voor zover niet anders is voorgeschreven naar calorieënbehoefte tot 7,5 – 10,0 ml/kg lichaamsgewicht per dag (circa 5,3 – 7 g glucose/kg per dag). Maximale druppelsnelheid (bij een volwassene die 70 kg weegt): tot 17 druppels per minuut (circa 42 ml/h), overeenkomend met 10 g glucose/kg per dag. Bij toepassingen van hogere doseringen geleidelijk tot het gewenste niveau verhogen. Pediatrie: Bij kinderen dient de druppelsnelheid overeenkomstig het lichaamsgewicht aangepast te worden (verminderd). Onverdunde toevoer van hooggedoseerde glucose-oplossingen bij zuigelingen en kleine kinderen wordt afgeraden. Toepassing van Glucose 70% vindt plaats zolang de parenterale voeding noodzakelijk is. Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten wellicht worden gecontroleerd voor en tijdens toediening, met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische afgifte van vasopressine (antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met vasopressine-agonisten vanwege het risico op hyponatriëmie. Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor fysiologisch hypotone vloeistoffen. Dit middel kan uitermate hypotoon worden na toediening als gevo Lees het volledige document