Glucose 3,75% en natriumchloride 0,225%, infusievloeistof, 50 ml, 100 ml, 250 ml, 500 ml en 1000 ml

Land: Nederland

Taal: Nederlands

Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Koop het nu

Bijsluiter Bijsluiter (PIL)
02-08-2023
Productkenmerken Productkenmerken (SPC)
02-08-2023

Werkstoffen:

GLUCOSE 1-WATER SAMENSTELLING overeenkomend met ; ; GLUCOSE 0-WATER 37,5 g/l ; NATRIUMCHLORIDE 2,25 g/l

Beschikbaar vanaf:

Fresenius Kabi Nederland B.V. Amersfoortseweg 10 E 3712 BC HUIS TER HEIDE

ATC-code:

B05BB02

INN (Algemene Internationale Benaming):

GLUCOSE 1-WATER SAMENSTELLING overeenkomend met ; ; GLUCOSE 0-WATER 37,5 g/l ; NATRIUMCHLORIDE 2,25 g/l

farmaceutische vorm:

Oplossing voor infusie

Samenstelling:

WATER, GEZUIVERD,

Toedieningsweg:

Parenteraal

Therapeutisch gebied:

Electrolytes With Carbohydrates

Product samenvatting:

Hulpstoffen: WATER, GEZUIVERD;

Autorisatie datum:

1992-12-31

Bijsluiter

                                Page 1 of 6
51667PILD
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
GLUCOSE 3,75% EN NATRIUMCHLORIDE 0,225%, INFUSIEVLOEISTOF
LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN
WANT ER STAAT
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR U IN.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan
u voorgeschreven. Het
kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten
als u.
- Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4
staan? Of krijgt u een
bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met
uw arst of apotheker.
INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER
1. Wat is GLUCOSE 3,75% EN NATRIUMCHLORIDE 0,225%, INFUSIEVLOEISTOF en
waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra
voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
WAT IS GLUCOSE 3,75% EN NATRIUMCHLORIDE 0,225%,
INFUSIEVLOEISTOF EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
GLUCOSE 3,75% EN NATRIUMCHLORIDE 0,225%, INFUSIEVLOEISTOF is een
oplossing voor directe toediening in een ader. GLUCOSE 3,75% EN
NATRIUMCHLORIDE 0,225% zorgt voor de toevoer van vocht en de
instandhouding
van de vochtbalans als dit niet in voldoende mate via de mond kan
worden
gebeuren.
2.
WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG
MEE ZIJN?
WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN?

U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel
zitten. Deze stoffen
kunt u vinden
in rubriek 6
.

Een ontregelde suikerziekte als er geen sprake is van een te lage
suikerconcentratie in
het bloed.

Een afwijking van de hypofyse waardoor er een heel hoge urineproductie
is (diabetes
insipidus) als deze niet behandeld wordt.

Een verstoring van de opname van glucose en galactose
(glucose-galactose
malabsorptiesyndroom)
                                
                                Lees het volledige document
                                
                            

Productkenmerken

                                Page 1 of 6
51667SKPD
1.
N
AAM VAN HET
G
ENEESMIDDEL
Glucose 3,75% en natriumchloride 0,225%, infusievloeistof
2.
K
WALITATIEVE EN
K
WANTITATIEVE
S
AMENSTELLING
Bevat per 1000 ml:
Glucose monohydraat,
41,25 g
overeenkomend met
Glucose (anhydrisch)
37,5 g (= 208 mmol/l)
Natriumchloride
2,25 g (= 38,5 mmol/l)
Energetische waarde:
630 kJ/l
3.
F
ARMACEUTISCHE
V
ORM
Infusievloeistof
4.
K
LINISCHE
G
EGEVENS
4.1.
THERAPEUTISCHE INDICATIES

Vergroting van het circulerend volume bij dehydratie

In stand houden van de vochtbalans
4.2.
DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING
De dosering is in hoge mate afhankelijk van de toestand van de
patiënt en dient dientengevolge
overgelaten te worden aan de arts.
De maximale toedieningssnelheid bedraagt 0,75 gram glucose per
kilogram lichaamsgewicht per uur.
De maximale dagdosis bedraagt circa 0,24 gram glucose per kilogram
lichaamsgewicht per uur.
Vloeistofbalans,
serumglucose,
serumnatrium
en
andere
elektrolyten
moeten
wellicht
worden
gecontroleerd voor en tijdens toediening, met name bij patiënten met
een verhoogde niet-osmotische
afgifte
van
vasopressine
(antidiuretisch
hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom,
SIADH)
en
bij
patiënten
die
gelijktijdig
worden
behandeld
met
vasopressine-agonisten
vanwege
het
risico
op
hyponatriëmie.
Page 2 of 6
51667SKPD
Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor fysiologisch
hypotone vloeistoffen. Dit
middel kan uitermate hypotoon worden na toediening als gevolg van
metabolisering van
glucose in het lichaam (zie rubrieken 4.4, 4.5 en 4.8).
4.3 CONTRA-INDICATIES

Ontregelde diabetes mellitus (behalve bij hypoglykemie)

Onbehandelde diabetes insipidus

Glucose-galactose malabsorptiesyndroom

Nierfunctiestoornis

Hypernatriëmie

Hyperhydratie

Postoperatieve stoornissen van het glucosemetabolisme

Ernstige sepsis
4.4.
BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK
Alleen gebruiken indien de vloeistof helder en deeltjes vrij is.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten bij patiënten met met
decompensatio cordis, 
                                
                                Lees het volledige document