Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
FENOBARBITAL
Apotex Europe BV Archimedesweg 2 2333 CN LEIDEN
N03AA02
PHENOBARBITAL
Tablet
LACTOSE 1-WATER ; MAGNESIUMSTEARAAT (E 470b) ; NATRIUMZETMEELGLYCOLAAT ; SILICIUMDIOXIDE (E 551) ; TARWEZETMEEL ; ZETMEEL, GEPREGELATINEERD, LACTOSE 1-WATER ; MAGNESIUMSTEARAAT (E 470b) ; NATRIUMZETMEELGLYCOLAAT (E468) ; SILICIUMDIOXIDE (E 551) ; TARWEZETMEEL ; ZETMEEL, GEPREGELATINEERD,
Oraal gebruik
Phenobarbital
Hulpstoffen: LACTOSE 1-WATER; MAGNESIUMSTEARAAT (E 470b); NATRIUMZETMEELGLYCOLAAT (E468); SILICIUMDIOXIDE (E 551); TARWEZETMEEL; ZETMEEL, GEPREGELATINEERD;
1992-12-08
FENOBARBITAL APOTEX 25 / 50 / 100 MG Module 1.3.1 RVG 52531 / 4 / 7 PIL Version 2020-10 Page 1 of 6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER FENOBARBITAL APOTEX 25 MG, TABLETTEN FENOBARBITAL APOTEX 50 MG, TABLETTEN FENOBARBITAL APOTEX 100 MG, TABLETTEN Fenobarbital LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van één van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Fenobarbital Apotex en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS FENOBARBITAL APOTEX EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Fenobarbital behoort tot de groep van barbituraten, een bepaalde groep van geneesmiddelen tegen epilepsie. Fenobarbital wordt voorgeschreven bij alle vormen van epilepsie (vallende ziekte), met uitzondering van zogenaamde absences (korte momenten van bewustzijnsverlies). 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Of bij overgevoeligheid voor barbituraten. Als u last heeft van: - acute intermitterende porfyrie (een bepaalde erfelijke stofwisselingsstoornis) - ernstige ademhalingsstoornissen - of bij "overbeweeglijkheid" bij kinderen. WANNEER MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN MET DIT MIDDEL? Als u gelijktijdi Lees het volledige document
FENOBARBITAL APOTEX 25 / 50 / 100 MG Module 1.3.1 RVG 52531 / 4 / 7 SPC Version 2020-10 Page 1 of 7 1.3.1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fenobarbital Apotex 25 mg, tabletten Fenobarbital Apotex 50 mg, tabletten Fenobarbital Apotex 100 mg, tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De tabletten bevatten respectievelijk 25, 50 en 100 mg fenobarbital. Hulpstoffen met bekend effect: lactose, tarwezetmeel. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Tablet 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Alle vormen van epilepsie, met name tonisch-clonische aanvallen en partiële epilepsie, met uitzondering van absences. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering De dosering van fenobarbital dient individueel te worden vastgesteld op geleide van het effect. De dosering mag niet plotseling worden gestaakt. Volwassenen: 100-250 mg per dag, verdeeld over 2 giften. _Pediatrische patiënten _ Prematuren: 2-3 mg/kg per dag na een intraveneuze oplaad-dosis. Neonaten: 3-4 mg/kg per dag na een intraveneuze oplaad-dosis. Kinderen: 2-12 maanden 4 mg/kg per dag 10-20 kg 5 mg/kg per dag FENOBARBITAL APOTEX 25 / 50 / 100 MG Module 1.3.1 RVG 52531 / 4 / 7 SPC Version 2020-10 Page 2 of 7 20-30 kg 4 mg/kg per dag 30-45 kg 3,5 mg/kg per dag 4.3 CONTRA-INDICATIES Overgevoeligheid voor de werkzame stof fenobarbital of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. Ernstige respiratoire insufficiëntie, acute intermitterende porfyrie, hyperkinesie bij kinderen en overgevoeligheid voor barbituraten. 4.4 BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK Het optreden van suïcidale ideevorming en – gedrag is gemeld bij patiënten die behandeld werden met anti-epileptica bij verschillende indicaties. Een meta-analyse van gerandomiseerde placebogecontroleerde studies met anti-epileptica laat ook een kleine toename van het risico zien op suïcidale ideevorming en gedrag. Het mechanisme achter dit risico is niet bekend en de beschikbare gege Lees het volledige document