Canigen Puppy 2b inj. opl. s.c. flac.

Land: België

Taal: Nederlands

Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)

Werkstoffen:

Levend, Geattenueerd, Hondenparvovirus 10EXP5.6 TCID50

Beschikbaar vanaf:

Virbac

ATC-code:

QI07AB01

INN (Algemene Internationale Benaming):

Canine Parvovirus

farmaceutische vorm:

Oplossing voor injectie

Samenstelling:

Hondenparvovirus

Toedieningsweg:

Subcutaan gebruik

Therapeutische categorie:

hond

Therapeutisch gebied:

Leptospira

Product samenvatting:

CTI-code: 272501-02 - De grootte van de verpakking: 50 x 3 ml - Commercialisering status: NO - Levering wijze: Medisch voorschrift; CTI-code: 272501-01 - De grootte van de verpakking: 10 x 3 ml - Commercialisering status: YES - Levering wijze: Medisch voorschrift

Autorisatie-status:

Gecommercialiseerd: Ja

Autorisatie datum:

2005-05-09

Bijsluiter

Notice – Version NL
CANIGEN PUPPY 2B
BIJSLUITER
CANIGEN PUPPY 2B
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
VIRBAC – 1ère Avenue – 2065 m – L.I.D. – F-06516 Carros –
FRANKRIJK
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Canigen Puppy 2b
Kleurloze suspensie voor injectie.
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 1 ml:
WERKZAAM BESTANDDEEL:
Levend geattenueerd canine parvovirus 2b stam CPV39
10
5,6
tot 10
7,5
TCID
50
*
* Cell culture infectious dose
4.
INDICATIES
Voor de actieve immunisatie van honden vanaf een leeftijd van 5 weken
tegen canine parvovirosis, om de
virus uitscheiding te reduceren en om mortaliteit en typische
symptomen (enterale vorm) te voorkomen.
De bescherming begint twee weken na de vaccinatie. Het is aangetoond
dat de bescherming aanhoudt
totdat de hond 11 weken oud is.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Een lichte, voorbijgaande, soms pijnlijke, jeuk (die minder dan 1
minuut duurt) kan binnen 30 minuten
na de vaccinatie worden waargenomen op de injectieplaats. Ook kan een
lichte, voorbijgaande
zwelling worden waargenomen op de injectieplaats die binnen 2-3 uur
spontaan weer verdwijnt.
Incidenteel kunnen er bij sommige dieren hypersensitiviteitsreacties
worden waargenomen. In het
geval van anafylactische reacties moet er onmiddellijk gestart worden
met een
corticosteroïdentherapie of antihistaminica gecombineerd met de
gebruikelijke behandeling bij
anafylactische reacties/shocks.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die
niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Hond (puppy).
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK VAN
TOEDIENINGSWEG
Dien een dosis van 1 ml van het diergeneesmiddel subcutaan toe aan 5
weken oude puppies.
Vanwege de heterogene distributie van maternale antilichamen bij
puppies, is het

Productkenmerken

RCP – Version NL
CANIGEN PUPPY 2B
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
RCP – Version NL
CANIGEN PUPPY 2B
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
CANIGEN Puppy 2b
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per dosis van 1 ml:
WERKZAAM BESTANDDEEL:
Levend geattenueerd canine parvovirus 2b stam CPV39
10
5,6
tot 10
7,5
CCID
50
*
* Cell culture infectious dose
HULPSTOFFEN:
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Kleurloze suspensie voor injectie.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
DOELDIERSOORT
Hond (puppy).
4.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN
Voor de actieve immunisatie van honden vanaf een leeftijd van 5 weken
tegen canine parvovirosis, om
de virus uitscheiding te reduceren en om mortaliteit en typische
symptomen (enterale vorm) te
voorkomen.
De bescherming begint twee weken na de vaccinatie. Het is aangetoond
dat de bescherming aanhoudt
totdat de hond 11 weken oud is.
4.3
CONTRA-INDICATIES
Geen.
4.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET
DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
De vaccinstam kan zich verspreiden. Het is aangetoond dat deze
verspreiding geen bijwerkingen
veroorzaakte bij drachtige of lacterende teven of katten.
4.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Het vaccin dient volgens de gebruikelijke aseptische
voorzorgsmaatregelen toegediend te worden. De
dieren vóór de vaccinatie tegen maagdarmwormen behandelen. Vaccineer
alleen gezonde puppies.
In geval van een hoog aantal maternale antilichamen (>1/80) daalt de
seroconversie van 94 % naar 42 %.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het
geneesmiddel aan de dieren toedient
Het werkzame bestanddeel is niet pathogeen voor de mens, maar de
normale voorzorgsmaatregelen
dienen in acht te worden genomen om contact met de huid, het
slijmvlies en zelfinjectie te vermijden.
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te
worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
2
RCP