Antiseptische Oplossing 65 mg/g - 65 mg/g Oplossing voor cutaan gebruik

Land: België

Taal: Nederlands

Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)

Werkstoffen:

Cetrimoniumbromide; Benzalkoniumchloride

Beschikbaar vanaf:

KELA

ATC-code:

QD08A

INN (Algemene Internationale Benaming):

Cetrimonium Bromide; Benzalkonium Chloride

Dosering:

65 mg/g - 65 mg/g

farmaceutische vorm:

Oplossing voor cutaan gebruik

Samenstelling:

Cetrimoniumbromide 65 mg/g; Benzalkoniumchloride 65 mg/g

Toedieningsweg:

Cutaan gebruik

Therapeutische categorie:

rund; hond; geit; paard; kat; schaap; varken

Therapeutisch gebied:

Antiseptics and Disinfectants

Product samenvatting:

CTI-code: 103065-01 - De grootte van de verpakking: 1 l - Commercialisering status: NO - CNK-code: 0111666 - Levering wijze: Vrije aflevering; CTI-code: 103065-02 - De grootte van de verpakking: 5 l - Commercialisering status: NO - CNK-code: 1366756 - Levering wijze: Vrije aflevering

Autorisatie-status:

Niet gecommercialiseerd

Bijsluiter

Bijsluiter – NL versie
ANTISEPTISCHE OPLOSSING
B. BIJSLUITER
- 1 -
Bijsluiter – NL versie
ANTISEPTISCHE OPLOSSING
BIJSLUITER
1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
KELA nv
Sint Lenaartseweg 48
2320 Hoogstraten
2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
ANTISEPTISCHE OPLOSSING
Oplossing voor uitwendig gebruik
bij paard, rund, schaap, geit, varken, hond en kat.
3. GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Cetrimide 65 mg – Benzalkonium chloride 65 mg
– Isopropyl alcohol – Eucalytol – gedemineraliseerd water qsp 1
ml.
4. INDICATIES
- als hulp bij de preventie van infecties van de huid en oppervlakkige
wonden
- voor de pre-operatieve ontsmetting van de huid
5. CONTRA-INDICATIES
ANTISEPTISCHE OPLOSSING mag niet in aanraking komen met de hersenen,
het hersenvlies,
het ruggenmerg, het middenoor of de ogen.
6. BIJWERKINGEN
Bij de aanbevolen verdunningen (zie 8) worden normaal geen
neveneffecten vastgesteld.
Locale irritaties kunnen echter wel optreden na gebruik van onverdund
of onvoldoende verdund
product. Mogelijke reacties omvatten huiderosies, ulceraties op de
tong of braken.
7. DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Paard, rund, schaap, geit, varken, hond en kat
8.
DOSERING
VOOR
ELKE
DOELDIERSOORT,
WIJZE
VAN
GEBRUIK
EN
TOEDIENINGSWEG
Enkel voor uitwendig gebruik.
Als hulp bij de preventie van infecties van de huid en oppervlakkige
wonden
Scheer de haren weg ter hoogte van het te ontsmetten oppervlak of
rondom de te ontsmetten wonde.
Reinig vervolgens de huid of wonde met overvloedig water en dep ze
droog.
Maak een verdunning van 10 ml ANTISEPTISCHE OPLOSSING per liter water.
Breng met een gaasje of watten de verdunde ANTISEPTISCHE OPLOSSING
aan.
- 2 -
Bijsluiter – NL versie
ANTISEPTISCHE OPLOSSING
Voor de pre-operatieve ontsmetting van de huid.
Scheer de haren weg ter hoogte van het operatievlak. Daarna de huid
wassen met een germicide zeep
waarbij gewerkt wordt in concentrische ringe

Productkenmerken

SKP – NL versie
ANTISEPTISCHE OPLOSSING
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
- 1 -
SKP – NL versie
ANTISEPTISCHE OPLOSSING
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
ANTISEPTISCHE OPLOSSING
Oplossing voor uitwendig gebruik
bij paard, rund, schaap, geit, varken, hond en kat.
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
WERKZAME BESTANDDELEN:
Cetrimide 65 mg – Benzalkonium chloride 65 mg / ml
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor uitwendig gebruik.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 DOELDIERSOORTEN
Paard, rund, schaap, geit, varken, hond en kat.
4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN
- als hulp bij de preventie van infecties van de huid en oppervlakkige
wonden.
- voor de pre-operatieve ontsmetting van de huid.
4.3 CONTRA-INIDCATIES
ANTISEPTISCHE OPLOSSING mag niet in aanraking komen met de hersenen,
het hersenvlies,
het ruggenmerg, het middenoor of de ogen.
4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET
DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
ANTISEPTISCHE OPLOSSING mag niet in aanraking komen met de hersenen,
het hersenvlies,
het ruggenmerg, het middenoor of de ogen.
Indien mogelijk, dient te worden voorkomen dat dieren met name katten,
de behandelde zone likken.
4.5 SPECIALE VOORZORGEN BIJ GEBRUIK
SPECIALE VOORZORGEN VOOR GEBRUIK BIJ DIEREN
Geen
- 2 -
SKP – NL versie
ANTISEPTISCHE OPLOSSING
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, TE NEMEN DOOR DEGENE DIE HET
GENEESMIDDEL AAN DE DIEREN
TOEDIENT
Contact van de huid, mucosae of de ogen met geconcentreerde
oplossingen kan locale irritatie
veroorzaken. Sensitizatie en allergische reacties kunnen mogelijks
optreden. Rechtstreeks contact met
het product dient daarom vermeden te worden.
Draag daartoe handschoenen en beschermende kleding.
Na eventueel contact dient men overvloedig met water te spoelen.
Schadelijk bij orale opname.
Bij inname van grote hoeveelheden of geconcentreerde oplossingen: niet
laten braken en medisch
advies inwinnen. Er is geen specifiek antidoot.
Eventuele neveneffecte