Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
ACETAZOLAMIDE
Sandoz B.V. Veluwezoom 22 1327 AH ALMERE
S01EC01
ACETAZOLAMIDE
Tablet
ALGINEZUUR ; CALCIUMWATERSTOFFOSFAAT 2-WATER (E 341) ; CELLULOSE, MICROKRISTALLIJN (E 460) ; GELATINE (E 441) ; GLYCEROL (E 422) ; MAGNESIUMSTEARAAT (E 470b) ; MAÏSZETMEEL ; POVIDON (E 1201) ; TALK (E 553 B),
Oraal gebruik
Acetazolamide
Hulpstoffen: ALGINEZUUR; CALCIUMWATERSTOFFOSFAAT 2-WATER (E 341); CELLULOSE, MICROKRISTALLIJN (E 460); GELATINE (E 441); GLYCEROL (E 422); MAGNESIUMSTEARAAT (E 470b); MAÏSZETMEEL; POVIDON (E 1201); TALK (E 553 B);
1983-07-05
Sandoz B.V. Page 1/7 Acetazolamide Sandoz ® 250, tabletten 250 mg V8 1.3.3 Patient Information Leaflet December 2017 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER ACETAZOLAMIDE SANDOZ ® 250, TABLETTEN 250 MG acetazolamide LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Acetazolamide Sandoz en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS ACETAZOLAMIDE SANDOZ EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? In verschillende gedeelten van het lichaam (met name in de nieren en in de ogen) bevindt zich een stofje met de naam carboanhydrase. Dit stofje heeft invloed op de vochtuitwisseling. Bij bepaalde aandoeningen, zoals glaucoom (vochtophoping in de oogkamer en verhoogde oogboldruk) en longoedeem ten gevolge van hoogteziekte (vochtophoping in de longen) is deze werking ontregeld. Acetazolamide Sandoz bevat de stof acetazolamide. Deze stof heeft een remmende werking op bovengenoemd stofje. Dit betekent dat het een vochtafdrijvend effect heeft, onder andere in de ogen en de nieren. TOEPASSING Acetazolamide Sandoz wordt gebruikt: - bij glaucoom. Bij glaucoom is sprake van vochtophoping in de oogkamer en van een verhoogde oogboldruk. Door de inname van Acetazolamide Sandoz zal de vochtproductie in de oogkamer en in de oogbol verminde Lees het volledige document
Sandoz B.V. Page 1/10 Acetazolamide Sandoz 250, tabletten 250 mg RVG 09291 1311-V4 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken December 2017 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Acetazolamide Sandoz 250, tabletten 250 mg 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke tablet Acetazolamide Sandoz bevat 250 mg acetazolamide. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Tabletten. Witte tablet met een kruisbreukstreep. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Primair chronisch glaucoom, acuut congestief glaucoom en de acute fase van secundair glaucoom. Profylaxe van longoedeem op zeer grote hoogte. Premenstrueel oedeem. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering Bij glaucoom: 125 – 500 mg (½ - 2 tabletten) 2 tot 4 maal daags. Bij oedeem: Bij premenstrueel oedeem moet de doses van 250 – 375 mg (1 - 1½ tablet) 5 tot 10 dagen voor het begin van de menses worden gegeven en naar behoefte 2 of 3 maal per week. Profylactisch bij longoedeem op grote hoogte doses van 250 – 375 mg (1 - 1½ tablet) de dag tevoren, daarna 2-3 maal per week als het verblijf langdurig is. Wijze van toediening De tabletten kunnen geheel of gebroken met een half glas water ingenomen worden. 4.3 CONTRA-INDICATIES Sandoz B.V. Page 2/10 Acetazolamide Sandoz 250, tabletten 250 mg RVG 09291 1311-V4 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken December 2017 Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of voor sulfonamidederivaten. Hyperchloremische acidose. Ziekte van Addison. Lever- en nierinsufficiëntie. Cor pulmonale. Chronisch niet-congestief gesloten kamerhoekglaucoom 4.4 BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK Een dosisverhoging verhoogt de diurese niet, maar kan de incidentie van somnolentie en/of paresthesie verhogen. Suïcidale gedachten en suïcidaal gedrag zijn gemeld bij patiënten behandeld met anti- epileptica en dit voor diverse indicaties. Een meta-analyse van gerandomiseerde placebo- gecontroleerde studies ov Lees het volledige document