Land: Nederland
Språk: nederlandsk
Kilde: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
PIRITRAMIDE 10 mg/ml
Medcor Pharmaceuticals B.V. Artemisweg 232 8239 DE LELYSTAD
N02AC03
PIRITRAMIDE 10 mg/ml
Oplossing voor injectie
WATER VOOR INJECTIE ; WIJNSTEENZUUR, (L (+) Vorm) (E 334)
Parenteraal
Piritramide
2018-10-12
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER DIPIDOLOR 10 MG/ML, OPLOSSING VOOR INJECTIE Piritramide LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Hetkan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Dipidolor en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS DIPIDOLOR EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? U krijgt Dipidolor toegediend wanneer u moet worden geopereerd. Dipidolor wordt voor, tijdens en/of na de operatie toegediend om pijn te verminderen. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? In de volgende gevallen mag u Dipidolor-injectievloeistof niet toegediend krijgen. - U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Overgevoeligheid kunt u herkennen aan bijvoorbeeld huiduitslag, bultjes en/of jeuk. Als u hiervan last krijgt, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts. - U heeft ademhalingsmoeilijkheden, bijvoorbeeld veroorzaakt door astma of emfyseem (een bepaalde longaandoening). - U heeft een aandoening van de schildklier, de nieren, de bijnieren, of een ernstige leveraandoening. - U lijdt aan hart-vaatziekten. - U heeft een vergrote prostaat. - U heeft last van psychosen (dat zijn bepaalde stoornissen in read_full_document
1 21-02-2019 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Dipidolor 10 mg/ml, oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dipidolor bevat 10 mg piritramide per ml. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Als analgeticum in premedicatie, en hevige pre-, per- en postoperatieve pijn bij volwassenen en kinderen vanaf 5 jaar. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering _ _ _Volwassen patiënten _ - premedicatie: 0,2 à 0,3 mg per kg lichaamsgewicht intramusculair; voor een volwassen patiënt is dat gemiddeld 2 ml (20 mg); - inductie: 0,2 à 0,3 mg per kg lichaamsgewicht intraveneus; - peroperatief: afhankelijk van het anesthesietype en de vereiste analgesie wordt per keer 0,1 à 0,4 mg per kg lichaamsgewicht intraveneus bijgespoten; - postoperatief: 0,2 à 0,3 mg per kg lichaamsgewicht intramusculair; voor een volwassen patiënt is dat gemiddeld 2 ml (20 mg). Door de mogelijkheid van de tolerantie (wat ook geldt voor de ademhalingsdepressie) kan de maximale dagdosis variëren. Bij de niet-tolerante patiënt bedraagt de maximale dagdosis 80 mg (verdeeld over 4 giften) per 24 uur. Bij oudere patiënten, bij verzwakte patiënten, patiënten in een slechte algemene toestand en bij patiënten met lichte tot matig ernstige leverfunctiestoornissen kan het wenselijk zijn de dosis tot 10 mg per keer te beperken. _ _ _Pediatrische patiënten_ Bij kinderen vanaf 5 jaar wordt de dosis berekend volgens het lichaamsgewicht: 0,25 mg per kg. Beperkte farmacokinetische gegevens zijn beschikbaar uit een studie bij neonaten, zuigelingen en 2 21-02-2019 jonge kinderen jonger dan 5 jaar. Spontaan ademende neonaten kunnen in het bijzonder een risico op respiratoire depressie lopen omdat deze beschikbare gegevens suggereren dat de eliminatiehalfwaardetijd verlengd en de klaring verminderd is in deze leeftijdsgroep (zie rubriek 5.2, Speciale populaties – Pediatrische patië read_full_document