Pajjiż: Olanda
Lingwa: Olandiż
Sors: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
OXIDRONAAT DINATRIUM 3 mg/flacon
CIS bio international (Gif sur Yvette) Route Nationale 306 91192 GIF SUR YVETTE CEDEX (FRANKRIJK)
V09BA01
OXIDRONAAT DINATRIUM 3 mg/flacon
Poeder voor oplossing voor injectie, Kit voor radiofarmaceutisch preparaat
ASCORBINEZUUR (L-) (E 300) ; NATRIUMCHLORIDE ; NATRIUMHYDROXIDE (E 524) ; STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941) ; TINDICHLORIDE 2-WATER (E 512), ASCORBINEZUUR (L-) (E 300) ; NATRIUMCHLORIDE ; NATRIUMHYDROXIDE (E 524) ; STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941) ; TIN(II)CHLORIDE 2-WATER,
Intraveneus gebruik
Technetium (99m Tc) Oxidronic Acid
Hulpstoffen: ASCORBINEZUUR (L-) (E 300); NATRIUMCHLORIDE; NATRIUMHYDROXIDE (E 524); STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941); TIN(II)CHLORIDE 2-WATER;
1900-01-01
T2006pH 06/2016 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT OSTEOCIS 3 MG KIT VOOR RADIOFARMACEUTISCH PREPARAAT natriumoxidronaat LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met nucleair geneeskundige die toezicht zal houden op de procedure. Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met nucleair geneeskundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER: 1. WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? 2. WANNEER MAG DIT MIDDEL NIET WORDEN GEBRUIKT OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? 3. HOE WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? 4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN 5. HOE WORDT DIT MIDDEL BEWAARD? 6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE 2 1. WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Dit geneesmiddel is uitsluitend voor diagnostisch gebruik. Dit middel verzamelt zich, na injectie, tijdelijk in het skelet. Daar de stof een kleine hoeveelheid radioactiviteit bevat, kan deze buiten het lichaam met behulp van speciale camera’s zichtbaar worden gemaakt en kunnen foto’s worden gemaakt. Uw arts verkrijgt aan de hand van een dergelijke scan nauwkeurige informatie voor het stellen van een diagnose wat betreft uw aandoening. Na injectie circuleert Technetium ( 99m Tc) oxidronaat in uw bloed en verzamelt zich in de botten. Met behulp van een scan kan uw arts bepalen of er sprake is van botafwijkingen. Het gebruik van Osteocis gaat gepaard met blootstelling aan een kleine hoeveelheid radioactiviteit. Uw arts en de nucleair geneeskundige zijn van mening dat uw klinische voordeel van het onderzoek met het radioactieve middel bij u opweegt tegen het risico waarmee straling gepaard gaat. 2. WANNEER MAG DIT MIDDEL NIET WORDEN GEBRUIKT OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG DIT MIDDEL NIET WORDEN GEBRUIKT? u bent ALLERGISCH voor één van de stoffen die in Aqra d-dokument sħiħ
CIS bio international, Member of Curium Group T2006nJ 28/04/2020 1 OSTEOCIS 3 MG KIT VOOR RADIOFARMACEUTISCH PREPARAAT SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL OSTEOCIS 3 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke injectieflacon bevat 3,0 mg natriumoxidronaat (hydroxymethyleen difosfonaat, HMDP) De kit bevat geen radionuclide. Hulpstof(fen) met bekend effect: Elke injectieflacon bevat 6,3 mg natrium. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Kit voor radiofarmaceutisch preparaat. De injectieflacon bevat een wit pellet 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. THERAPEUTISCHE INDICATIES Dit geneesmiddel is uitsluitend voor diagnostisch gebruik. Na reconstitutie met natriumpertechnetaat ( 99m Tc)-oplossing, is de verkregen oplossing van technetium ( 99m Tc)-oxidronaat geïndiceerd voor botscintigrafie, waarbij het gebieden met veranderde osteogenese aangeeft. 4.2. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering _Volwassenen en ouderen _ De aan een patiënt met een gemiddeld gewicht (70 kg) toegediende activiteit is gemiddeld 500 MBq (300-700 MBq). Andere activiteiten kunnen gerechtvaardigd zijn. _Nierfunctiestoornis _ De toe te dienen activiteit moet zorgvuldig worden overwogen aangezien bij deze patiënten verhoogde blootstelling aan straling mogelijk is (zie rubriek 4.4). _ _ _ _ _Patiënten met een hoge botopname en/of ernstige nierfunctiestoornis _ . Dosisaanpassing kan noodzakelijk zijn (zie rubriek 4.4 en 11). 3 _Pediatrische patiënten _ Het gebruik bij kinderen en adolescenten moet zorgvuldig worden overwogen, gebaseerd op de klinische noodzaak en de beoordeling van de baten-risicoverhouding in deze patiëntengroep. De aan kinderen en adolescenten toe te dienen activiteit kan worden berekend aan de hand van de aanbevelingen van de Paediatric Task Group van de EANM (2008). Deze activiteit kan met behulp van onderstaande formule worden berekend met gebruikmaking van een vermenigvuldigingscoëfficiënt gebaseerd op he Aqra d-dokument sħiħ