Šalis: Belgija
kalba: olandų
Šaltinis: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Dihydrocodeïnetartraat 2,4 mg/ml - Eq. Dihydrocodeïne 1,608 mg/ml
Teofarma S.r.l.
N02AA08
Dihydrocodeine Tartrate
12 mg/5 ml
Siroop
Dihydrocodeïnetartraat 2.4 mg/ml
Oraal gebruik
Dihydrocodeine
CTI-code: 084052-01 - De grootte van de verpakking: 50 ml - Commercialisering status: NO - Levering wijze: Medisch voorschrift; CTI-code: 084052-02 - De grootte van de verpakking: 150 ml - Commercialisering status: YES - MKZ-code: 08033622631415 - CNK-code: 0123158 - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Ja
1963-04-01
Bijluiter BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER PARACODINE 10 MG OMHULDE TABLET PARACODINE 12 MG/5 ML STROOP (dihydrocodeïnewaterstoftartraat) LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT INNEMEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is PARACODINE en waarvoor wordt dit middel ingenomen? 2. Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe neemt u dit middel in? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS PARACODINE EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL INGENOMEN ? FARMACOTHERAPEUTISCHE GROEP PARACODINE behoort tot de farmacotherapeutische groep van narcotische antitussiva. THERAPEUTISCHE INDICATIES PARACODINE is aangewezen bij de symptomatische behandeling van droge hoest. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET INNEMEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? - Als u hoest heeft die gepaard gaat met slijmvorming - U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 Als u lijdt aan aanhoudende constipatie - U mag PARACODINE niet toedienen bij kinderen jonger als 6 jaar - U mag PARACODINE niet gebruiken in elke toestand waarbij een onderdrukking van het ademhalingscentrum moet worden vermeden. WANNEER MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN MET DIT MIDDEL? Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt. - Hoesten (met name de hoestreflex) is een natuurlijk mechanisme om vreemde stoffen of Perskaitykite visą dokumentą
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PARACODINE 10 mg omhulde tablet PARACODINE 12 mg/5 ml stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Het actief bestandeel is dihydrocodeïne. Doet zich voor in de vorm van dihydrocodeïnewaterstoftartraat. PARACODINE 10 mg omhulde tabletten Een omhulde tablet PARACODINE bevat 10 mg dihydrocodeïnewaterstoftartraat overeenkomend met 6,7 mg dihydrocodeïne. PARACODINE 12 mg stroop Vijf ml PARACODINE stroop bevat 12 mg dihydrocodeïnewaterstoftartraat overeenkomend met 8,04 mg dihydrocodeïne. Hulpstof met bekend effect : De stroop bevat sucrose. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Omhulde tablet. Stroop. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES PARACODINE is aangewezen bij de symptomatische behandeling van droge hoest. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering 5 tot 20 mg dihydrocodeïnewaterstoftartraat iedere 4 tot 6 uur, maximaal 150 mg per 24 uur. Meestal is 1 tablet driemaal per dag voldoende; bij het slapengaan kan eventueel een bijkomende tablet worden ingenomen. Van de stroop zijn gemiddeld 1 tot 2 maatlepels (5 tot 10 ml) 3 maal per dag voldoende. De behandelingsduur met Paracodine moet tot 5 dagen worden beperkt. _Pediatrische patiënten_ Kinderen van 6 tot 12 jaar: Er mag 0,6 mg/kg per 24 uur, verdeeld in 3 dosissen worden toegediend. Meestal volstaat 1/2 tot 1 maatlepel (2 1/2 tot 5 ml) stroop 1, 2 of 3 maal per dag. 1/7 2/7 _Bij ouderen_ Aangezien de eliminatie van dihydrocodeïne bij ouderen kan vertraagd worden, dient het interval tussen 2 doses te worden verlengd. Wijze van toediening Oraal gebruik. 4.3 CONTRA-INDICATIES - Kinderen jonger dan 6 jaar - Productieve hoest - Overgevoeligheid voor de werkzame stofof voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. - Chronische obstipatie - In elke toestand waarbij het deprimeren van het ademhalingscentrum moet worden vermeden. 4.4 BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK - De hoestreflex is een fysiologisch Perskaitykite visą dokumentą