Šalis: Nyderlandai
kalba: olandų
Šaltinis: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
CEFAPIRINE NATRIUM; PREDNISOLON
Intervet Nederland B.V.
QJ51RV01
CEFAPIRINE SODIUM; PREDNISOLONE
Suspensie voor intramammair gebruik
CEFAPIRINE NATRIUM 30 mg/ml; PREDNISOLON 2 mg/ml,
Intramammair gebruik
Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken
Koeien
Antibacterials and corticosteroids
Wachttermijn: Koeien Melk 132 uur; Koeien Vlees 4 dagen
IT/V/0121/001
2015-04-24
BD/2023/REG NL 116643/zaak 969041 1 / 19 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2023/REG NL 116643/zaak 969041 2 / 19 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Mastiplan LC, 300 mg/20 mg (Cefapirine/Prednisolon), suspensie voor intramammair gebruik voor lacterende koeien 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per injector van 8 g: WERKZAME BESTANDDELEN: 300 mg cefapirine als cefapirine natrium 20 mg prednisolon KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN ANDERE BESTANDDELEN Glycerolmonostearaat Natrium calciumaluminiumsilicaat Gezuiverde arachideolie Gebroken wit/geel tot roze, olieachtige, homogene suspensie. 3. KLINISCHE GEGEVENS 3.1 DOELDIERSOORT(EN) Rund (lacterende koeien). 3.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK VOOR ELKE DOELDIERSOORT Behandeling van klinische mastitis in lacterende melkkoeien veroorzaakt door _Staphylococcus aureus_ , coagulase negatieve stafylokokken, _Streptococcus agalactiae_ , _Streptococcus dysgalactiae_ , _Streptococcus uberis _ en _Escherichia coli_ gevoelig voor cefapirine. 3.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor cefalosporinen, andere β-lactam antibiotica of één van de hulpstoffen. 3.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN Geen. 3.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de doeldiersoort(en): Het tepeldoekje niet gebruiken bij tepels met open wonden. Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond van identificatie en gevoeligheidstesten van de doelpathogenen. Als dit niet mogelijk is, dient de behandeling gebaseerd te zijn op epidemiologische informatie en kennis van de gevoeligheid van de doelpathogenen op bedrijfsniveau of op lokaal/regionaal niveau. BD/2023/REG NL 116643/zaak 969041 3 / 19 Het diergeneesmiddel dient gebruikt te worden in overeenstemming met het officiële, nationale en regionale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen. Een antibioticum met een lager risico op antimicrobiële resistentie selectie (lagere AMEG-categorie) dient gebruikt te worden voor eerstelijnsbeh Perskaitykite visą dokumentą