Šalis: Belgija
kalba: olandų
Šaltinis: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Glucosemonohydraat 250 g/500 ml
Baxter SA-NV
B05BA03
Glucose Monohydrate
50%
Oplossing voor infusie
Glucosemonohydraat 500 mg/ml
Intraveneus gebruik
Carbohydrates
CTI-code: 128231-01 - De grootte van de verpakking: 500 ml - Commercialisering status: YES - CNK-code: 0891226 - Levering wijze: Vrije aflevering
Gecommercialiseerd: Ja
1984-07-31
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GLUCOSE 50 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE Glucose LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL TOEGEDIEND KRIJGT WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Glucose 50 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS GLUCOSE 50 % EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Glucose 50 % is een vloeibaar geneesmiddel dat samengesteld is uit suiker (glucose), opgelost in steriel water. De glucose in dit geneesmiddel verhoogt de hoeveelheid suiker in het bloed om energie aan te brengen: dit geneesmiddel kan een normale voeding vervangen door u van de nodige energie en water te voorzien via een ader (parenterale voeding). Dit geneesmiddel kan u worden gegeven als: u een tekort aan eiwitten heeft: een mengsel van dit geneesmiddel en aminozuren (de basiscomponenten van eiwitten) zal ervoor zorgen dat de hoeveelheid eiwitten in uw lichaam wordt aangevuld; uw voedingspatroon niet overeenkomt met de behoeften van uw lichaam (ondervoeding): dit geneesmiddel kan worden gebruikt voor het behandelen of voor het voorkomen van ondervoeding. Dit geneesmiddel wordt rechtstreeks in uw bloed ingebracht, door het langzaam in te spuiten in een van uw aderen: dit wordt een infusie genoemd. De infusie wordt door uw arts of door uw verpleegkundige gedaan. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET TOEGEDIEND KRIJGEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? U MAG NOOIT GLUCOSE 50 % TOEGEDIEND KRIJGEN ALS: u allerg Perskaitykite visą dokumentą
GLUCOSE 50% _BAXTER S.A._ Samenvatting van de productkenmerken 1/14 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 50%, oplossing voor infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Glucose (als monohydraat) 500 g/l Elke ml bevat 500 mg glucose (als monohydraat) 2775 mosmol/l hypertoon pH ± 4,4 2000 kcal/l (8400 kJ/l) Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie. Osmolariteit: 2775 mosmol/l 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. THERAPEUTISCHE INDICATIES Bron van calorieën en vocht, in het kader van een parenteraal voedingsschema. Deze oplossing kan gelijktijdig worden toegediend met een oplossing van aminozuren om een optimale verbetering van de stikstofbalans te verkrijgen. Deze oplossing kan worden gebruikt voor de preventie of de behandeling van ondervoeding. 4.2. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING De infuussnelheid en het infuusvolume zijn afhankelijk van de leeftijd, het gewicht, de klinische en metabole aandoeningen van de patiënt en concomitante therapie. De toegediende dosis glucose bedraagt 0,4 tot 0,9 g/kg lichaamsgewicht per uur. Deze toedieningssnelheid moet worden aangepast aan de pathologie (maximaal 60 ml/uur). Glucose 50% dient, indien onverdund, te worden toegediend via een centrale veneuze katheter. Glucose 50% heeft een osmolariteit van 2775 mosmol/l. Toediening van HYPERosmolaire oplossingen kan aderirritatie en flebitis veroorzaken. Wanneer perifere toediening wordt overwogen, moet er rekening gehouden worden met de osmolariteit van de uiteindelijke gemengde infusieoplossing. Bij het opstarten van de toediening van producten met dextrose moet geleidelijke opvoering van de toedieningssnelheid worden overwogen. Om het risico op HYPOglykemie na beëindiging van de infusie te verlagen, moet vóór het stopzetten van de infusie een geleidelijke verlaging van de toedieningssnelheid worden overwogen. Afhankelijk van de klinische behoeften van de patiënt kunnen elektrolytensupplementen aangewezen zijn. Afhankelijk van de individuele behoeft Perskaitykite visą dokumentą