Nazione: Paesi Bassi
Lingua: olandese
Fonte: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
GEÏNACTIVEERD ERYSIPELOTHRIX RHUSIOPATHIAE SEROTYPE 2, Stam M2
Intervet Nederland B.V.
QI01CB02
INACTIVATED ERYSIPELOTHRIX RHUSIOPATHIAE, SEROTYPE 2, Strain M2
Suspensie voor injectie
Subcutaan gebruik
Uitsluitend verkrijgbaar bij een dierenarts of op recept van een dierenarts bij een apotheek
Kalkoenen
Erysipelothrix
Wachttermijn: Kalkoenen Vlees 0 dagen
Nationaal
1996-01-10
BD/2023/REG NL 8655/zaak 959237 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2023/REG NL 8655/zaak 959237 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Nobilis Erysipelas 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 0,5 ml: WERKZAAM BESTANDDEEL: Lysaat van met formaline gedode _Erysipelothrix rhusiopathiae _ bacteriën, stam M2 (serotype 2): ≥ 1 RPU*. *RPU: Relatieve Potentie Unit voor kalkoenen, gedefinieerd als 25% van 1 ppd (pig protective dose), vastgesteld ten opzichte van een in de potencytest in varkens als effectief geclassificeerd referentievaccin. ADJUVANS: Dl-α-tocoferyl acetaat 37,5 mg HULPSTOFFEN: Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Suspensie voor injectie 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT(EN) Kalkoen 4.2 INDICATIE(S) VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT(EN) Actieve immunisatie van kalkoenen vanaf de leeftijd van 6 weken tegen vlekziekte. Duur van de immuniteit: na vaccinatie met dit diergeneesmiddel volgens voorschrift is een immuniteitsduur van 3 maanden aannemelijk gemaakt. 4.3 CONTRA-INDICATIES Geen. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Het vaccin vóór gebruik op kamertemperatuur (15 ºC – 25 ºC) laten komen. 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK BIJ DIEREN Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren Niet van toepassing. BD/2023/REG NL 8655/zaak 959237 Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient Niet van toepassing. 4.6 BIJWERKINGEN (FREQUENTIE EN ERNST) Weinig of geen vaccinatiereactie. 4.7 GEBRUIK TIJDENS DRACHT, LACTATIE OF LEG Leg (fokdieren): Niet gebruiken bij vogels in de legperiode en binnen 2 weken vóór het begin van de legperiode (zie rubriek 4.9). 4.8 INTERACTIE MET ANDERE GENEESMIDDELEN EN ANDERE VORMEN VAN INTERACTIE Geen bekend. 4.9 DOSERING EN TOEDIENINGSWEG Toediening via subcutane injectie. Vaccinatieschema Tweevoudige vaccinatie met telkens 1 dosis per dier, met een inte Leggi il documento completo