Երկիր: Նիդերլանդեր
Լեզու: հոլանդերեն
Աղբյուրը: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
GEÏNACTIVEERDE MYCOPLASMA HYOPNEUMONIAE, Stam NL 1042
Zoetis B.V.
QI09AB13
INACTIVATED MYCOPLASMA HYOPNEUMONIAE, Strain EN 1042
Suspensie voor injectie
Intramusculair gebruik
Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken
Varkens
Mycoplasma vaccine
Wachttermijn: Varkens Vlees 0 dagen
Nationaal
1994-04-14
BD/2024/REG NL 7785/zaak 991054 1 / 14 _ _ BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2024/REG NL 7785/zaak 991054 2 / 14 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Suvaxyn M. Hyo suspensie voor injectie voor varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 2 ml: WERKZAAM BESTANDDEEL: Geïnactiveerd _Mycoplasma hyopneumoniae_ , stam P- 5722-3: ≥ 2 x 10 9 MHDCE*. ADJUVANS : Carbopol 941 4 mg HULPSTOFFEN: Thiomersal 50-115 ppm * _Mycoplasma hyopneumoniae_ DNA Cell Equivalents Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Suspensie voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT Vleesvarkens. 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT Voor de actieve immunisatie van vleesvarkens ter vermindering van enzoötische pneumonie veroorzaakt door _Mycoplasma hyopneumoniae_ . 4.3 CONTRA-INDICATIES Geen. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Geen. 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren Geen. BD/2024/REG NL 7785/zaak 991054 3 / 14 Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond. 4.6 BIJWERKINGEN (FREQUENTIE EN ERNST) Een geringe vaccinatiereactie kan voorkomen. 4.7 GEBRUIK TIJDENS DRACHT, LACTATIE OF LEG Niet van toepassing. 4.8 INTERACTIE MET ANDERE GENEESMIDDELEN EN ANDERE VORMEN VAN INTERACTIE Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen. 4.9 DOSERING EN TOEDIENINGSWEG Voor intramusculair gebruik. Vaccinatieschema: tweevoudige vaccinatie vanaf de leeftijd van 1 week en bij voorkeur vóór de leeftijd van 10 weken, m Կարդացեք ամբողջական փաստաթուղթը