Country: Նիդերլանդեր
language: հոլանդերեն
source: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
SOTALOLHYDROCHLORIDE 10 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; SOTALOL 8,8 mg/ml
TioFarma B.V. Benjamin Franklinstraat 5-10 3261 LW OUD-BEIJERLAND
C07AA07
SOTALOLHYDROCHLORIDE 10 mg/ml SAMENSTELLING overeenkomend met ; SOTALOL 8,8 mg/ml
Oplossing voor injectie
AZIJNZUUR (E 260) ; NATRIUMCHLORIDE ; NATRIUMHYDROXIDE (E 524) ; WATER VOOR INJECTIE,
Parenteraal
Sotalol
Hulpstoffen: AZIJNZUUR (E 260); NATRIUMCHLORIDE; NATRIUMHYDROXIDE (E 524); WATER VOOR INJECTIE;
1900-01-01
TIOFARMA CTD - Module 1.3.1 SOTALOL HCL 40 MG/4 ML, Patient Leaflet SOLUTION FOR INJECTION Seq 0006 Page 1 of 6 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker SOTALOL HCL TIOFARMA 40 MG/4 ML, OPLOSSING VOOR INJECTIE sotalol hydrochloride LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT DIT GENEESMIDDEL WORDT GEBRUIKT WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Sotalol HCl Tiofarma 40 mg/4 ml en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe wordt dit middel gebruikt? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe wordt dit middel bewaard? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS SOTALOL HCL TIOFARMA 40 MG/4 ML EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Sotalol HCl Tiofarma 40 mg/4 ml bevat sotalol hydrochloride. Sotalol hydrochloride behoort tot de groep van de bètablokkers en wordt gebruikt voor het behandelen en voorkomen van bepaalde hartritmestoornissen. 2. WANNEER MAG DIT MIDDEL NIET WORDEN GEBRUIKT OF MOET MEN ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG DIT MIDDEL NIET WORDEN GEBRUIKT? - U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. - U bent allergisch voor sulfonamiden, zoals sulfadiazine en co-trimoxazol. - U heeft bepaalde hartproblemen zoals: • het ‘verlengde QT-syndroom’ • torsades de pointes • niet goed werkende pompfunctie van het hart (hartfalen) • shock als gevolg van hartproblemen • bepaalde stoornis in de prikkelgeleiding van het hart, leidend tot hartritmestoornissen (tweede- en derdegraads atrioventriculair blok) • bepaalde stoornis in het hartritme (sick sinus syndroom) zonder pace maker TIOFARMA CTD - Module read_full_document
CTD - Module 1.3.1 SOTALOL HCL 40 MG/4 ML, Summary of Product SOLUTION FOR INJECTION Characteristics Seq 0006 Page 1 of 15 1.3.1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sotalol HCl Tiofarma 40 mg/4 ml, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul met 4 ml injectievloeistof bevat 40 mg sotalol hydrochloride, overeenkomend met 35,3 mg sotalol. Sotalol HCl Tiofarma 40 mg/4 ml oplossing voor injectie bevat 9 mg natrium per ampul (4ml). Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie Sotalol HCl Tiofarma 40 mg/4 ml oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. De pH van de oplossing is tussen 4,0 en 6,0. De osmolaliteit is ongeveer 310 mOsmol/L. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Intraveneuze toediening van Sotalol HCl Tiofarma 40 mg/4 ml oplossing voor injectie is bestemd voor: - Beëindiging van acute ventriculaire aritmieën, waaronder levensbedreigende ventriculaire tachyaritmieën, symptomatische niet-aanhoudende ventriculaire tachyaritmieën. - Tijdelijke substitutie bij patiënten die niet in staat zijn het geneesmiddel via orale weg in te nemen. CTD - Module 1.3.1 SOTALOL HCL 40 MG/4 ML, Summary of Product SOLUTION FOR INJECTION Characteristics Seq 0006 Page 2 of 15 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering Voor het starten of wijzigen van een behandeling met sotalol moeten een ECG-controle en een controle van de nierfunctie en elektrolyten balans uitgevoerd worden. De behandeling zal steeds in een ziekenhuis gestart en gemonitord worden. Tijdens de behandeling moeten regelmatig ECG controles uitgevoerd worden. Bij verslechtering van ECG parameters zoals het QRS- of QT-interval (verlenging met meer dan 25%), het PQ-interval (verlenging met meer dan 50%) of bij toename of verergering van de hartritme stoornissen moet de behandeling heroverwogen worden. Voor de behandeling van acute aritmieën wordt een intraveneuze dosering van 20 tot 120 mg (0,5 tot 1,5 mg/k read_full_document