Lidocaïne HCL 2%, oplossing voor injectie voor hond en kat

Country: Նիդերլանդեր

language: հոլանդերեն

source: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

active_ingredient:

LIDOCAINEHYDROCHLORIDE 0-WATER

MAH:

Eurovet Animal Health BV

ATC_code:

QN01BB02

INN:

LIDOCAINEHYDROCHLORIDE 0-WATER

pharmaceutical_form:

Oplossing voor injectie

composition:

LIDOCAINEHYDROCHLORIDE 0-WATER 20 mg/ml,

administration_route:

Parenteraal

prescription_type:

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken

therapeutic_group:

Honden; Katten

therapeutic_area:

Lidocaine

authorization_status:

Nationaal

authorization_date:

1996-10-31

SPC

BD/2009/2641/90w/zaaknr.: 70885
IN OVEREENSTEMMING MET DE
MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,
GEZIEN HET VERZOEK VAN Eurovet Animal Health B.V. TE Bladel D.D.
31 oktober 1996 TOT REGISTRATIE VAN HET DIERGENEESMIDDEL
LIDOCAINE HCL 2%;
GELET OP DE ARTIKELEN 3, 4 EN 6 VAN DE DIERGENEESMIDDELENWET
(STB.1985,410);
GEHOORD DE COMMISSIE REGISTRATIE DIERGENEESMIDDELEN;
BESLUIT:
1.DE REGISTRATIE VAN HET DIERGENEESMIDDEL LIDOCACINE HCL 2%,
INGESCHREVEN ONDER NUMMER REG NL 2641, ZOALS AANGEVRAAGD D.D.
31 oktober 1996, IS GEWIJZIGD.
2.DE GEWIJZIGDE SAMENVATTING VAN PRODUCTKENMERKEN BEHORENDE BIJ
HET DIERGENEESMIDDEL LIDOCAINE HCL 2%, INGESCHREVEN ONDER
NUMMER REG NL 2641 TREFT U AAN ALS BIJLAGE A BEHORENDE BIJ DIT
BESLUIT.
3.HET GEWIJZIGDE ETIKET EN, IN VOORKOMEND GEVAL, DE GEWIJZIGDE
BIJSLUITER BEHORENDE BIJ HET DIERGENEESMIDDEL LIDOCAINE HCL 2%,
INGESCHREVEN ONDER NUMMER REG NL 2641 TREFT U AAN ALS BIJLAGE B
BEHORENDE BIJ DIT BESLUIT.
4.DEZE BESCHIKKING TREEDT HEDEN IN WERKING.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
voor deze:
HET HOOFD BUREAU DIERGENEESMIDDELEN,
BIJLAGE A
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
LIDOCAINE HCL 2%, oplossing voor injectie voor hond en kat
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per ml:
WERKZAAM BESTANDDEEL:
Lidocaïne hydrochloride
20 mg
HULPSTOFFEN:
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
DOELDIERSOORTEN
Hond en kat.
4.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN
•
Ventrikelfibrillatie
•
Lokale anaesthesie
4.3
CONTRA-INDICATIES
Geen bekend.
4.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET
DIERGENEESMIDDEL
BESTEMD IS
Geen.
4.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK BIJ DIEREN
Geen.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, TE NEMEN DOOR DEGENE DIE HET
GENEESMIDDEL AAN DE
DIEREN TOEDIENT
In verband met mogelijke overgevoeligheidsreacties dient bij de
toepassing direct
h