Ország: Hollandia
Nyelv: holland
Forrás: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
HUMAAN, NORMAAL IMMUNOGLOBULINE
Baxalta Innovations GmbH
J06BA01
HUMAN NORMAL IMMUNOGLOBULIN
Oplossing voor injectie
GLYCINE (E 640) ; NATRIUMCHLORIDE ; WATER VOOR INJECTIE,
Intramusculair gebruik, Subcutaan gebruik
Immunoglobulins, Normal Human, For Extravascular Adm.
Hulpstoffen: GLYCINE (E 640); NATRIUMCHLORIDE; WATER VOOR INJECTIE;
2005-01-07
SUBCUVIA _ _ Bijsluiter 1 Versie 171106 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SUBCUVIA 160 G/L, OPLOSSING VOOR INJECTIE Werkzaam bestanddeel: humane normale immunoglobuline LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is SUBCUVIA en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS SUBCUVIA EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? SUBCUVIA behoort tot de geneesmiddelengroep van immunoglobulinen. Deze geneesmiddelen bevatten antistoffen die normaal in het bloed voorkomen. Antistoffen zijn eiwitten die u helpen bij het bestrijden van infecties die worden veroorzaakt door bacteriën, virussen en andere vreemde micro-organismen. Dit middel wordt gebruikt voor de behandeling van bepaalde aandoeningen die veroorzaakt worden door een tekort aan antistoffen in het bloed. Deze soorten aandoeningen worden antistofdeficiëntiesyndromen genoemd. Als u onvoldoende antistoffen heeft, wordt u gevoelig voor vaak voorkomende infecties. Toediening van regelmatige en geschikte doses van SUBCUVIA kan dit tekort aan antistoffen herstellen. Bij volwassenen en kinderen kan SUBCUVIA worden voorgeschreven als behandeling ter vervanging van antistoffen. Deze behandeling wordt het vaakst voorgeschreven aan mensen: Olvassa el a teljes dokumentumot
SUBCUVIA _ _ Samenvatting van de productkenmerken 1/12 Version 8.4 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL SUBCUVIA 160 g/l, oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Humane normale immunoglobuline (SCIg en IMIg). Een ml bevat: Humane normale immunoglobuline 160 mg (zuiverheid van ten minste 95 % IgG) Elke injectieflacon van 5 ml bevat 0,8 g humane normale immunoglobuline Elke injectieflacon van 10 ml bevat 1,6 g humane normale immunoglobuline Indeling in de IgG-subklasses (waarden bij benadering): IgG 1 45 – 75 % IgG 2 20 – 45 % IgG 3 3 – 10 % IgG 4 2 – 8 % Het maximale IgA-gehalte is 4800 microgram/ml. Bereid uit humaan donorplasma. Hulpstof(fen) met bekend effect: Dit geneesmiddel bevat ongeveer 1,4 mg natrium per ml. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. Het product is een heldere of licht opalescente, kleurloze tot lichtgele oplossing. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES _Substitutietherapie bij volwassenen, kinderen en adolescenten (0-18) bij: _ Primaire immunodeficiëntiesyndromen met verminderde productie van antistoffen (zie rubriek 4.4). SUBCUVIA _ _ Samenvatting van de productkenmerken 2/12 Version 8.4 Hypogammaglobulinemie en recidiverende bacteriële infecties bij patiënten met chronische lymfocytaire leukemie (CLL), bij wie profylactische antibiotica niet hebben gewerkt of een contra-indicatie vormen. Hypogammaglobulinemie en recidiverende bacteriële infecties bij patiënten met multipel myeloom (MM); Hypogammaglobulinemie bij patiënten voor en na allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT). 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Substitutietherapie moet worden gestart, gecontroleerd en gevolgd onder toezicht van een arts die ervaring heeft met de behandeling van immunodeficiënties. Dosering De dosis en het doseringsschema zijn afhankelijk van de indicatie. _Substitutietherapie _ Het geneesmiddel moet worden toegediend via de subcutane weg. Bij substitutietherap Olvassa el a teljes dokumentumot