Ország: Belgium
Nyelv: holland
Forrás: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Glucosemonohydraat 100 g/500 ml
Baxter SA-NV
B05BA03
Glucose Monohydrate
20 %
Oplossing voor infusie
Glucosemonohydraat 200 mg/ml
Intraveneus gebruik
Carbohydrates
CTI-code: 109514-01 - De grootte van de verpakking: 500 ml - Commercialisering status: YES - CNK-code: 0023432 - Levering wijze: Vrije aflevering; CTI-code: 157954-01 - De grootte van de verpakking: 1000 ml - Commercialisering status: NO - Levering wijze: Vrije aflevering
Gecommercialiseerd: Ja
1978-01-16
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GLUCOSE 20 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE Glucose LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL TOEGEDIEND KRIJGT WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Glucose 20 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS GLUCOSE 20 % EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Glucose 20 % is een vloeibaar geneesmiddel dat samengesteld is uit suiker (glucose), opgelost in steriel water. De glucose in dit geneesmiddel verhoogt de hoeveelheid suiker in het bloed om energie aan te brengen: dit geneesmiddel kan een normale voeding vervangen door u van de nodige energie en water te voorzien via een ader (parenterale voeding). Dit geneesmiddel kan u worden gegeven als: u een tekort aan water heeft (dehydratie), in het bijzonder als uw bloed te zuur is (acidose); uw lichaam het risico loopt eiwitten te verliezen, bijvoorbeeld als u ernstige brandwonden heeft (voorkomen van een overmatig eiwitkatabolisme in weefsels); uw lever onvoldoende glycogeen bevat, een suiker die als energiereservee voor het hele lichaam dient en die door het lichaam van glucose wordt gemaakt; u een operatie moet ondergaan of net een operatie heeft gehad, en u tijdelijk niet mag eten of drinken; u problemen heeft met de lever, de nieren, het hart of het spijsverteringsstelsel waardoor u tijdelijk niet teveel mag eten of drinken; u veel water heeft verloren: dit kan gebeuren als u ernstige diarree heeft of Olvassa el a teljes dokumentumot
GLUCOSE 20% _BAXTER S.A._ Samenvatting van de productkenmerken 1/13 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 20%, oplossing voor infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Glucose (als monohydraat) 200 g/l Elke ml bevat 200 mg glucose (als monohydraat) 1110 mosmol/l hypertoon pH ± 4,4 800 kcal/l (3360 kJ/l) Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie. Osmolariteit: 1110 mosmol/l 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties Deze oplossing is aangewezen als vervangings- of onderhoudstherapie voor water en calorieën, in het kader van een parenteraal voedingsschema. Een dergelijke therapie is noodzakelijk: in geval van dehydratie, vooral indien die gepaard gaat met acidose; om overmatig eiwitkatabolisme in weefsels te voorkomen (bv. bij ernstige brandwonden); in geval van glycogeendepletie in de lever; indien de opname van voedsel en water moet worden beperkt (bv. in de periode vóór en na een chirurgische ingreep, of bij lever-, nier-, hart- en maag-darmstelselaandoeningen); in geval van aanhoudende diarree of aanhoudend braken of bij verhoogd vloeistofverlies (overmatig onderhuids zweten als gevolg van hevige koorts, geforceerde diurese om een verzwakte nierfunctie te herstellen). Deze oplossing is ook aangewezen bij hypoglykemie. 4.2. Dosering en wijze van toediening De infuussnelheid en het infuusvolume zijn afhankelijk van de leeftijd, het gewicht, de klinische en metabole toestand van de patiënt en concomitante therapie.De toegediende dosis glucose bedraagt 0,4 tot 0,9 g/kg lichaamsgewicht per uur. De toedieningssnelheid bedraagt maximaal 120 ml/uur. Glucose 20% dient, indien onverdund, te worden toegediend via een centrale veneuze katheter. Glucose 20% heeft een osmolariteit van 1110 mosmol/l. Toediening van HYPERosmolaire oplossingen kan aderirritatie en flebitis veroorzaken. Wanneer perifere toediening wordt overwogen, moet er rekening gehouden worden met de osmolariteit van Version 11.2 (QRD 4.0) GLUCOSE 20% Olvassa el a teljes dokumentumot