Dalmazin 75 µg/ml inj. opl. i.m. flac.

Ország: Belgium

Nyelv: holland

Forrás: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)

Aktív összetevők:

Cloprostenol 0.075 mg/ml

Beszerezhető a:

Fatro

ATC-kód:

QG02AD90

Gyógyszerészeti forma:

Oplossing voor injectie

Az alkalmazás módja:

Intramusculair gebruik

Terápiás terület:

Cloprostenol

Termék összefoglaló:

CTI Extended: 372276-01; 372276-04; 372276-03; 372276-02; 372276-05; 372276-07; 372276-06

Engedélyezési státusz:

Gecommercialiseerd: Ja

Engedély dátuma:

2000-12-04

Betegtájékoztató

1
B. BIJSLUITER
2
BIJSLUITER
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Dalmazin, 75 microgram/ml, oplossing voor injectie voor runderen en
varkens
2.
SAMENSTELLING
Per ml:
WERKZAAM BESTANDDEEL: d-cloprostenol 75 µg
HULPSTOFFEN: chloorcresol 1 mg
Heldere, kleurloze oplossing voor injectie zonder zichtbare deeltjes
3.
DOELDIERSOORT(EN)
Runderen (koeien) en varkens (zeugen en jonge vrouwtjes).
4.
INDICATIES VOOR GEBRUIK
Koeien
Voortplantingsindicaties:
Oestrussynchronisatie of -inductie. Inductie van de partus na
dag 270 van de dracht.
Therapeutische indicaties:
Ovariële stoornissen (corpus luteum persistens, luteale cysten),
endometritis/pyometra,
vertraagde
involutie
van
de
uterus,
inductie van abortus tijdens de eerste helft van de dracht en
afdrijven van gemummificeerde foetussen.
Zeugen en jonge vrouwtjes
Voortplantingsindicaties:
Inductie van de partus.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij drachtige vrouwtjes, tenzij een inductie van de
partus of abortus gewenst is.
Niet gebruiken bij zeugen waarvan verwacht wordt dat ze een probleem
bij het werpen zullen hebben
ten gevolge van een abnormale ligging van de foetus, mechanische
obstructie, enz.
Niet gebruiken bij dieren die lijden aan cardiovasculaire of
luchtwegaandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met spastische aandoeningen van het
luchtwegstelsel of maag-darmkanaal.
6.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Geen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de
doeldiersoort(en):
Net als bij parenterale toediening van elk middel dienen de
antiseptische basisregels in acht te worden
genomen.
De injectieplaats moet grondig worden gereinigd en ontsmet om het
risico van besmetting door anaerobe
bacteriën te verminderen.
Inductie van de partus vóór de 111e dag van de dracht kan sterfte
bij biggen veroorzaken en een toename
van het aantal zeugen dat handmatig geholpen moet worden bij de
geboorte.
3
Niet toedienen via intraveneuze weg.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het
diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Prostaglandines van het F
2

-

Termékjellemzők

1
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
2
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Dalmazin, 75 microgram/ml, oplossing voor injectie voor runderen en
varkens
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per ml:
WERKZAAM BESTANDDEEL:
d-cloprostenol …………………………….75 μg
HULPSTOFFEN:
KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN
ANDERE BESTANDDELEN
KWANTITATIEVE SAMENSTELLING ALS DIE INFORMATIE
ONMISBAAR IS VOOR EEN JUISTE TOEDIENING VAN HET
DIERGENEESMIDDEL
Ethanol
Chloorcresol
1 mg
Natriumhydroxide
Citroenzuur
Water voor injecties
Heldere, kleurloze oplossing voor injectie zonder zichtbare deeltjes.
3.
KLINISCHE GEGEVENS
3.1
DOELDIERSOORT(EN)
Runderen (koeien) en varkens (zeugen en jonge vrouwtjes).
3.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK VAN ELKE DOELDIERSOORT
Koeien
Voortplantingsindicaties:
Oestrussynchronisatie of -inductie. Inductie van de partus
na dag 270 van de dracht.
Therapeutische indicaties:
Ovariële stoornissen (corpus luteum persistens, luteale
cysten), endometritis/pyometra, vertraagde involutie van
de uterus, inductie van abortus tijdens de eerste helft van
de dracht en afdrijven van gemummificeerde foetussen.
Zeugen en jonge vrouwtjes
Voortplantingsindicaties:
Inductie van de partus.
3.3
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij drachtige vrouwtjes, tenzij een inductie van de
partus of abortus gewenst is.
3
Niet gebruiken bij zeugen waarvan verwacht wordt dat ze een probleem
bij het werpen zullen hebben
ten gevolge van een abnormale ligging van de foetus, mechanische
obstructie, enz.
Niet gebruiken bij dieren die lijden aan cardiovasculaire of
luchtwegaandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met spastische aandoeningen van het
luchtwegstelsel of maag-darmkanaal.
3.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Geen.
3.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de
doeldiersoort(en):
Net als bij parenterale toediening van elk middel dienen de
antiseptische basisregels in acht te worden
genomen.
De injectieplaats moet grond