Glucose 20%, infusievloeistof 200 g/l, 50 ml, 100 ml, 250 ml, 500 ml en 1000 ml

Država: Nizozemska

Jezik: nizozemski

Izvor: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Kupi sada

Preuzimanje Uputa o lijeku (PIL)
10-04-2024
Preuzimanje Svojstava lijeka (SPC)
10-04-2024

Aktivni sastojci:

GLUCOSE 1-WATER SAMENSTELLING overeenkomend met ; ; GLUCOSE 0-WATER 200 g/l

Dostupno od:

Fresenius Kabi Nederland B.V. Amersfoortseweg 10 E 3712 BC HUIS TER HEIDE

ATC koda:

B05BA03

INN (International ime):

GLUCOSE 1-WATER SAMENSTELLING overeenkomend met ; ; GLUCOSE 0-WATER 200 g/l

Farmaceutski oblik:

Oplossing voor infusie

Sastav:

WATER, GEZUIVERD,

Administracija rute:

Parenteraal

Područje terapije:

Carbohydrates

Proizvod sažetak:

Hulpstoffen: WATER, GEZUIVERD;

Datum autorizacije:

1900-01-01

Uputa o lijeku

                                Page 1 of 5
51664PILD
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
GLUCOSE 20%, oplossing voor infusie
LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN
WANT ER STAAT
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR U IN.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan
u voorgeschreven. Het
kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten
als u.
- Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4
staan? Of krijgt u een
bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met
uw arst of apotheker.
INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER
1. Wat is GLUCOSE 20%, oplossing voor infusie en waarvoor wordt dit
middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra
voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
WAT IS GLUCOSE 20% EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
GLUCOSE 20%, oplossing voor infusie is een oplossing voor directe
toediening in en ader.
GLUCOSE 20% zorgt voor de toevoer van energie als deze niet of niet in
vldoende mate via
de mond kan of mag worden opgenomen.
2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA
VOORZICHTIG MEE ZIJN?
WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN?

U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel
zitten. Deze stoffen kunt
u vinden
in rubriek
6.

Hartfalen eventueel samen met vocht in de longen (longoedeem)

Een te hoge suikerconcentratie in het bloed..

Een afwijking van de hypofyse waardoor er een heel hoge urineproductie
is (diabetes
insipidus) als deze niet behandeld wordt.

Een verstoring van de opname van glucose en galactose (glucose-
galactosemalabsorptiesyndroom).

Als u niet meer in staat bent urine te produceren (anurie) of als u
een ernstige verstoring
hebt van het functioneren van de nier

Bloedingen 
                                
                                Pročitajte cijeli dokument
                                
                            

Svojstava lijeka

                                Page 1 of 5
51664SKPE
SAMENVATTING VAN PRODUCT KENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glucose 20%, oplossing voor infusie.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Bevat per 1000 ml:
Glucose monohydraat
220 g
Overeenkomend met
Glucose (anhydrisch) 200 g
Energetische waarde: 3350 kJ/l
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1.
THERAPEUTISCHE INDICATIES
Als energiebron indien voeding per os niet mogelijk, onvoldoende of
ongewenst is.
4.2.
DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING
De behandeling vindt plaats als intraveneus infuus (druppelinfuus of
via infuuspomp).
De dosering is in hoge mate afhankelijk van de toestand van de
patiënt. De dosering dient
aangepast te worden aan de behoefte van de patiënt. In het algemeen
dient men bij de start van
de totale intraveneuze voeding een opbouwschema te hanteren
(opklimmende dosering). Bij
constante infusie over 24 uur bedraagt de dosering circa 0,25-0,5 gram
glucose per kilogram
lichaamsgewicht per uur.
De maximale toedieningssnelheid bedraagt 0,75 gram glucose per
kilogram lichaamsgewicht
per uur. De maximale dagdosis bedraagt circa 0,24 gram per kilogram
lichaamsgewicht per uur.
Tijdens de behandeling wordt controle van elektrolyten, glucose- en
vochtbalans aangeraden.
Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten
moeten wellicht worden
gecontroleerd voor en tijdens toediening, met name bij patiënten met
een verhoogde niet-
osmotische afgifte van vasopressine (antidiuretisch
hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom,
SIADH) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met
vasopressine-agonisten
vanwege het risico op hyponatriëmie.
Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor fysiologisch
hypotone vloeistoffen. Dit
middel kan uitermate hypotoon worden na toediening als gevolg van
metabolisering van
glucose in het lichaam (zie rubrieken 4.4, 4.5 en 4.8).
.4.3.
CONTRA-INDICATIES
Page 2 of 5
51664SKPE
-
Decompensatio cordis al of niet met longoedeem
-
Hype
                                
                                Pročitajte cijeli dokument