Maa: Alankomaat
Kieli: hollanti
Lähde: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
HYDROCORTISONACETAAT 10 mg/g
Fagron NL B.V. Venkelbaan 101 2908 KE CAPELLE AAN DEN IJSSEL
D07AA02
HYDROCORTISONACETAAT 10 mg/g
Crème
CETOSTEARYLALCOHOL ; DECYLOLEAAT ; EMULGERENDE WAS (MENGSEL) ; MACROGOLCETOSTEARYLETHER ; SORBINEZUUR (E 200) ; SORBITOL, VLOEIBAAR, NIET-KRISTALLISEERBAAR (E 420) ; WATER, GEZUIVERD,
Cutaan gebruik
Hydrocortisone
Hulpstoffen: CETOSTEARYLALCOHOL; DECYLOLEAAT; EMULGERENDE WAS (MENGSEL); MACROGOLCETOSTEARYLETHER; SORBINEZUUR (E 200); SORBITOL, VLOEIBAAR, NIET-KRISTALLISEERBAAR (E 420); WATER, GEZUIVERD;
1900-01-01
Fagron Hydrocortison creme 10 mg/g FNA Bijsluiter ALGEMENE KENMERKEN NAAM Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron, hydrofiele crème SAMENSTELLING Het produkt bevat per gram crème 10 mg hydrocortisonacetaat Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron bevat als hulpstoffen cetostearylalcohol, cetomacrogol 1000, oliezure decylester, niet-kristalliseerbare sorbitol 70%, sorbinezuur (conserveermiddel, in hoeveelheid van 2 mg per gram creme) en gezuiverd water VERPAKKING Het produkt wordt geleverd in een aluminium tube met doosje GENEESMIDDELENGROEP Ontstekingsremmende geneesmiddelen (corticosteroïden). Raadpleeg ook de rubriek “Werking van het geneesmiddel” REGISTRATIEHOUDER Fagron NL BV Venkelbaan 101 2908 KE Capelle a/d IJssel REGISTRATIE In het register ingeschreven onder RVG-nummer 20729 (Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron) WERKING EN TOEPASSING VAN HET GENEESMIDDEL WERKING VAN HET GENEESMIDDEL De werkzame stof van Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron, hydrocortisonacetaat, heeft een ontstekingsremmende en bloedvatvernauwende werking waardoor de verschijnselen van een huidontsteking en verschillende, vaak met jeuk gepaard gaande huidaandoeningen, worden onderdrukt (vermindering van pijn, jeuk en roodheid). Overigens wordt de aandoening die de verschijnselen veroorzaakt niet genezen! De werking van de crème kan worden versterkt door het aanbrengen onder een afsluitend verband zodat het beter in de huid doordringt. TOEPASSING VAN HET GENEESMIDDEL Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron wordt toegepast de behandeling van huidaandoeningen die niet door bacteriën, gisten, schimmels, virussen of parasieten worden veroorzaakt en die gevoelig zijn voor corticosteroïden. Voorbeelden: -Eczemen van verschillende oorsprong, zoals eczeem tengevolge van overgevoeligheid, schilferachtig eczeem of eczeem gepaard gaande met spataderen; -Plaatselijke jeuk en jeukende huidafwijkingen (onder andere aambeien); -Huidaandoeningen die tevoren met een sterker werkend ontstekingsremmend geneesmiddel zijn behandeld (nabehandel Lue koko asiakirja
Deel I B 1 : Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron, crème 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron bevat per gram crème 10 mg hydrocortisonacetaat. Voor hulpstoffen zie rubriek 6.1 3. FARMACEUTISCHE VORM Crème 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Oppervlakkige, niet door micro- organismen veroorzaakte huidaandoeningen( ten einde maskeren hiervan te voorkomen) welke gevoelig zijn voor corticosteroïden, zoals: - eczeem(dermatitis) van verschillende oorsprong(atopische eczeem, ortho- ergische contactdermatitis, seborroïsche eczeem, varikeus eczeem ), - gelokaliseerde vormen van pruritus (bijvoorbeeld pruritus ani ), - gelokaliseerde vormen van prurigo - onderhouds- of nabehandeling van huidaandoeningen die tevoren met een sterker product zijn onderdrukt. Occlusie kan noodzakelijk zijn om een beter therapeutisch resultaat te bereiken. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Aanvankelijk de crème 2 maal per dag in een dunne laag op het aangedane huidgebied aanbrengen, na enkele dagen 1 maal per dag. Na verbetering is 2 tot 3 per week meestal voldoende. 4.3 CONTRA-INDICATIES - Huidaandoeningen veroorzaakt door: - bacteriële infecties(bijvoorbeeld pyodermieën, luetische en tuberculeuze processen), - virusinfecties( bijvoorbeeld varicellae, herpes simplex, herpes zoster, verrucae vulgaris, verrucae planae, condylomata, mollusca contagiosa ), - schimmel- en gistinfecties, - parasitaire infecties( bijvoorbeeld scabies). - Ulcereuze huidaandoeningen, wonden. - Bijwerkingen ten gevolge van corticosteroïden( bijvoorbeeld dermatitis perioralis, striae atrophicae). - Ichthyosis, juveniele dermatosis plantaris, acne vulgaris, acne rosacea, fragiliteit van de huidvaten, huidatrofie. - Allergische overgevoeligheid voor corticosteroïden of voor componenten van het vehiculum. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK -Niet toepassen op de oogleden wegens de mogelijkheid van contaminat Lue koko asiakirja