Country: Netherlands
Language: Dutch
Source: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
JOXITALAMAAT MEGLUMINE SAMENSTELLING overeenkomend met; JODIUM (MOLECULAIR);
Guerbet Nederland B.V.
V08AA05
JOXITALAMAAT MEGLUMINE COMPOSITION in accordance with; IODINE (MOLECULAR);
Oplossing voor injectie
Parenteraal
Ioxitalamic Acid
Hulpstoffen: DINATRIUMCALCIUMEDETAAT, GEHYDRATEERD (E 385); NATRIUMDIWATERSTOFFOSFAAT 2-WATER (E 339); STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941); WATER, GEZUIVERD;
Tx 30M PIL 03/2015 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT TELEBRIX 30 MEGLUMINE, 300 MG I/ML OPLOSSING VOOR INJECTIE Joxitalaminezuur LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL KRIJGT WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of radioloog/medewerker van de afdeling radiologie. Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of radioloog/medewerker van de afdeling radiologie. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER: 1. Waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet krijgen of moet men extra voorzichtig zijn met de toediening? 3. Hoe wordt dit middel gebruikt? 4. Mogelijke bijwerkingen. 5. Hoe dient dit middel bewaard te worden? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie. 1. WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Dit geneesmiddel is uitsluitend bestemd voor diagnostisch gebruik. Telebrix 30 Meglumine wordt gebruikt bij radiologisch onderzoek van aderen, slagaderen, gewrichten, baarmoeder, urinewegen en het maag-darmkanaal. Het kan worden gebruikt bij volwassenen en kinderen voor toediening in een slagader of ader, of rechtstreeks in een orgaan. Telebrix 30 Meglumine wordt gebruikt om de weergave van structuren en functies van het lichaam tijdens radiologische onderzoeken te verbeteren. Het gebruik van Telebrix 30 Meglumine helpt uw arts of radioloog bij het stellen van de diagnose. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET KRIJGEN OF MOET MEN EXTRA VOORZICHTIG ZIJN MET DE TOEDIENING? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET KRIJGEN? U bent overgevoelig (allergisch) voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. U heeft al eens eerder een allergische reactie gehad na de toediening van een middel dat joxitalaminezuur bevat (zie ook rubriek 4). Tx 30M PIL 03/2015 2 U heeft onvoldoende pompkracht van Read the complete document
IB1 tekst Telebrix 30 Meglumine RVG 07240 oplossing voor injectie Tx 30M SPC 03/2015 1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Telebrix 30 Meglumine, 300 mg I/ml, oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Voor 100 ml oplossing: Megluminejoxitalamaat: 66,03 g Hoeveelheid overeenkomend met: 30 g jodium 100 ml oplossing bevat 50,68 g joxitalaminezuur (als megluminezout). Jodiumgehalte per ml: 300 mg Jodiumgehalte per injectieflacon van 30 ml: 9 g Jodiumgehalte per injectieflacon van 100 ml: 30 g Hulpstof met bekend effect: natrium (8,4 mg natrium per 100 ml). Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. Viscositeit bij 20°C: 10,2 mPa.s Viscositeit bij 37°C: 5,3 mPa.s Osmolaliteit: 1710 mOsm/kg pH: 6,0 - 7,2 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Dit geneesmiddel is uitsluitend voor diagnostisch gebruik. Telebrix 30 Meglumine is geïndiceerd_ _voor instillatie en intra-arteriële of intraveneuze injectie bij volwassenen en kinderen. Het is een contrastmiddel ter versterking van het contrast bij selectieve en perifere angiografie, urografie en diverse radiologische onderzoeken zoals artrografie, hysterografie en röntgenonderzoek van het maagdarmkanaal. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering De dosis moet worden aangepast aan leeftijd, gewicht, nierfunctie, type onderzoek en het volume van het te onderzoeken orgaan. IB1 tekst Telebrix 30 Meglumine RVG 07240 Oplossing voor injectie TX 30M SPC 03/2015 2 De belangrijkste indicaties met hun gemiddelde doses zijn: Selectieve angiografie: - a. renalis: 6-10 ml - truncus coeliacus en aa. mesentericae: 40-60 ml Perifere angiografie: - femoraal: 40-60 ml - axillair: 30-35 ml Intraveneuze urografie: - kinderen (0-18 jaar): 6 ml + 1 ml per kg lichaamsgewicht Er mag bij volwassenen maximaal 300 ml worden toegediend, afhankelijk van het soort onderzoek, door middel van herhaalde injecties. Per injectie dient de 100 ml niet overschreden te worde Read the complete document