Country: Netherlands
Language: Dutch
Source: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
LANDIOLOLHYDROCHLORIDE 300 mg/flacon SAMENSTELLING overeenkomend met ; LANDIOLOL 280 mg/flacon
Amomed Pharma GmbH Storchengasse 1 1150 WENEN (OOSTENRIJK)
C07AB14
LANDIOLOLHYDROCHLORIDE 300 mg/flacon SAMENSTELLING overeenkomend met ; LANDIOLOL 280 mg/flacon
Poeder voor oplossing voor infusie
MANNITOL (D-) (E 421) ; NATRIUMHYDROXIDE (E 524),
Intraveneus gebruik
Landiolol
Hulpstoffen: MANNITOL (D-) (E 421); NATRIUMHYDROXIDE (E 524);
1900-01-01
1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT RAPIBLOC 300 MG POEDER VOOR OPLOSSING VOOR INFUSIE landiololhydrochloride LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT MEDICIJN TOEGEDIEND KRIJGT WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. • Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. • Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. • Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. De volledige naam van dit medicijn is Rapibloc 300 mg poeder voor oplossing voor infusie. In deze bijsluiter worden de verkorte naam Rapibloc en de aanduiding ‘dit medicijn’ gebruikt. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Rapibloc en waarvoor wordt dit medicijn gebruikt? 2. Wanneer mag u dit medicijn niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe wordt dit medicijn toegediend? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit medicijn? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS RAPIBLOC EN WAARVOOR WORDT DIT MEDICIJN GEBRUIKT? Rapibloc bevat de werkzame stof landiololhydrochloride. Het behoort tot een groep medicijnen die ‘bètablokkers’ worden genoemd. Het werkt door uw onregelmatige of snelle hartslag te veranderen in een normale hartslag. Dit medicijn wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van hartslagproblemen, wanneer uw hart te snel klopt. Het wordt gebruikt tijdens of meteen na operaties of in andere situaties waarin het onder controle houden van uw hartslag nodig is. 2. WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET TOEGEDIEND KRIJGEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? UW ARTS ZAL U DIT MEDICIJN NIET TOEDIENEN IN DE VOLGENDE GEVALLEN: • U bent allergisch voor een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter. • U heeft een erg trage hartslag (minder dan 50 slagen per minuut). • U heeft een snelle of een afwisselend snelle en trage hartslag (het zogeheten Read the complete document
1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Rapibloc 300 mg poeder voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een injectieflacon Rapibloc 300 mg bevat 300 mg landiololhydrochloride, overeenkomend met 280 mg landiolol. Na reconstitutie (zie rubriek 6.6) van Rapibloc 300 mg bevat elke ml 6 mg landiololhydrochloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Poeder voor oplossing voor infusie. Wit tot bijna wit poeder. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Landiolol is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor: • Supraventriculaire tachycardie en voor de snelle controle van de ventrikelfrequentie bij patiënten met atriumfibrillatie of atriumflutter tijdens perioperatieve, postoperatieve of andere omstandigheden waarin kortdurende controle van de ventrikelfrequentie met een kortwerkend middel gewenst is. • Niet-compensatoire sinustachycardie wanneer volgens het oordeel van de arts specifieke interventie bij een snelle hartfrequentie nodig is. Landiolol is niet geïndiceerd voor chronisch gebruik. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering Landiolol is bedoeld voor intraveneus gebruik in een gecontroleerde setting. Landiolol mag uitsluitend door een goed gekwalificeerde beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg worden toegediend. De dosering van landiolol moet individueel aangepast worden. De infusie wordt gewoonlijk gestart met een infusiesnelheid van 10-40 microgram/kg/min, waarmee het hartslagvertragende effect binnen 10-20 min wordt bereikt. Als een snel begin van het hartslagvertragende effect wenselijk is (binnen 2 tot 4 min), kan een optionele oplaaddosis van 100 microgram/kg/min gedurende 1 min overwogen worden, gevolgd door een continue intraveneuze infusie van 10-40 microgram/kg/min. 2 Bij patiënten met een cardiale disfunctie en septische shock moeten lagere aanvangsdoses worden gebruikt. De doseringsinstructies worden verstrekt onder ‘speciale patiëntengroepen’ en in het geïntegree Read the complete document