Country: Netherlands
Language: Dutch
Source: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
CALCIUMGLUCONAAT 1-WATER (E 578); MAGNESIUMCHLORIDE 0-WATER (E 511)
Dopharma Research B.V.
QB05XA30
CALCIUMGLUCONAAT 1-WATER (E 578); MAGNESIUMCHLORIDE 0-WATER (E 511)
Oplossing voor infusie
CALCIUMGLUCONAAT 1-WATER (E 578) 147,7 mg/ml; MAGNESIUMCHLORIDE 0-WATER (E 511) 35,5 mg/ml, CALCIUMGLUCONAAT 1-WATER 147,7 mg/ml; MAGNESIUMCHLORIDE 0-WATER (E 511) 35,5 mg/ml,
Intraveneus gebruik
Uitsluitend verkrijgbaar bij een dierenarts of op recept van een dierenarts bij een apotheek of leverancier met een vergunning
Runderen
Combinations of electrolytes
Wachttermijn: Runderen Melk 0 dagen; Runderen Vlees 0 dagen
Nationaal
1992-01-16
BD/2024/REG NL 4628/zaak 988063 1 / 10 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2024/REG NL 4628/zaak 988063 2 / 10 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Calciummagnesium-ject, oplossing voor infusie voor runderen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: WERKZAME BESTANDDELEN: 13,2 mg Calcium als Calciumborogluconaat 4,2 mg Magnesium als Magnesiumchloride HULPSTOFFEN: KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN ANDERE BESTANDDELEN Natriumhydroxide Water voor injectie Heldere, kleurloze oplossing. 3. KLINISCHE GEGEVENS 3.1 DOELDIERSOORT(EN) Rund. 3.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK VOOR ELKE DOELDIERSOORT Voor de behandeling van hypocalcemie (melkziekte) en hypomagnesemie (kopziekte). 3.3 CONTRA-INDICATIES Geen. 3.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN Het middel dient steriel en pyrogeenvrij te zijn. 3.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de doeldiersoort(en): Niet van toepassing. Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient: Niet van toepassing. BD/2024/REG NL 4628/zaak 988063 3 / 10 Speciale voorzorgsmaatregelen voor de bescherming van het milieu: Niet van toepassing. 3.6 BIJWERKINGEN Geen bekend. Het melden van bijwerkingen is belangrijk. Op deze manier kan de veiligheid van een diergeneesmiddel voortdurend worden bewaakt. De meldingen moeten, bij voorkeur via een dierenarts, worden gestuurd naar ofwel de houder van de vergunning voor het in de handel brengen ofwel de nationale bevoegde autoriteit via het nationale meldsysteem. Zie de gecombineerd etiket en bijsluiter voor de desbetreffende contactgegevens. 3.7 GEBRUIK TIJDENS DRACHT, LACTATIE OF LEG Dracht en lactatie: Kan tijdens de dracht en/of lactatie worden gebruikt. 3.8 INTERACTIE MET ANDERE GENEESMIDDELEN EN ANDERE VORMEN VAN INTERACTIE Geen bekend. 3.9 TOEDIENINGSWEGEN EN DOSERING Intraveneus. Eenmalig 450 ml per dier, zo nodig na 4 - 6 uur herhalen. Het infuus langzaam, op lichaamstemperatuur, toedienen. Bij te snelle toediening kan c Read the complete document