Land: Belgien
Sprache: Niederländisch
Quelle: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Verapamilhydrochloride 240 mg
Laboratoires S.M.B. SA-NV
C08DA01
Verapamil Hydrochloride
240 mg
Capsule met verlengde afgifte, hard
Verapamilhydrochloride 240 mg
Oraal gebruik
Verapamil
CTI-code: 160106-01 - De grootte van de verpakking: 30 - Commercialisering status: NO - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Nee
1993-01-25
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT FIBROCARD 180 MG, HARDE CAPSULES MET VERLENGDE AFGIFTE FIBROCARD 240 MG, HARDE CAPSULES MET VERLENGDE AFGIFTE Verapamilhydrochloride LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT INNEMEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen ? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan ? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat ? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Fibrocard 180 mg/240 mg en waarvoor wordt dit middel gebruikt ? 2. Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn ? 3. Hoe neemt u dit middel in ? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel ? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS FIBROCARD 180 MG/240 MG EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT ? Fibrocard 180 mg/240 mg is aangewezen voor de behandeling van arteriële hypertensie. De orale vorm is niet aangewezen voor de behandeling van hartritmestoornissen. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET INNEMEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN ? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN ? - U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. - U heeft bepaalde hartritmestoornissen. - U heeft andere hartaandoeningen zoals hartfalen. - U neemt bètablokkers (geneesmiddelen die gebruikt worden voor de behandeling van bepaalde hartaandoeningen). - U heeft een lage bloeddruk. - Indien U reeds een geneesmiddel neemt met ivabradine voor de behandeling van bepaalde hartaandoeningen. WANNEER MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN MET DIT MIDDEL ? Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt. - De behandeling Lesen Sie das vollständige Dokument
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fibrocard 180 mg, harde capsules met verlengde afgifte Fibrocard 240 mg, harde capsules met verlengde afgifte 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Verapamilhydrochloride 180 mg/240 mg Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM De capsules bevatten kleine pellets met verlengde afgifte. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Arteriële hypertensie. De orale vorm is niet geschikt voor ritmestoornissen. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Posologie Voor volwassenen bedraagt de dosis 1 harde capsule van 180 mg of 240 mg ‘s morgens. Indien nodig mag een bijkomende dosis ‘s avonds gegeven worden, maar er moet steeds een interval van 12 uur tussen 2 innames in acht genomen worden. Een dergelijke dosisverhoging mag slechts plaatsvinden na één week behandeling. In het geval van nier –of leverinsufficiëntie, zie sectie “ Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik ”. Onderhoudstherapie Een dagdosis van 2 harde capsules mag niet overschreden worden. Als de toestand van de patiënt het echter vereist, kan de dosis kortstondig verhoogd worden. De harde capsules moeten ingeslikt worden met een beetje water zonder erop te kauwen, liefst tijdens of net na de maaltijd. Wijze van toediening Oraal gebruik. 4.3 CONTRA-INDICATIES • Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. • Cardiogene shock of ernstige hypotensie. • Recent myocardinfarct gepaard gaande met verwikkelingen. • AV-blok van graad II en III, behalve bij patiënten met een pacemaker. • Sinusknoopsyndroom (bradycardie-tachycardie syndroom), behalve bij patiënten met een pacemaker. • Congestieve hartinsufficiëntie. • Supraventriculaire fibrillatie/flutter gepaard gaande met een pre-excitatiesyndroom, bijvoorbeeld het Wolff-Parkinson-White syndroom. 2 • Intraveneuze toediening van verapamilhydrochloride gelijktijdig met intraveneuze toediening van bètabloc Lesen Sie das vollständige Dokument